A 192 ^-,-lCjXS 5^; VI.VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VAST STELLEN EENER GEWIJZIGDE VERORDENING OP HET G.E.B.in verband met de gewijzigde begrooting- en rekeningsvoorschriften, De Voorzitter zegt,dat de verordening op het beheer van het G.E.B.moet herzien worden in verband met de gewijzigde begrootings- en rekeningsvoarschriften en doet voorlezing van de volgende verordening: VERORDENING OP HET BEHEER VAN HET GEMEENTELIJK ELECTRIUI- TEITSBEDRIJF. (Exgoitat ie verordening B.E.B.) Art.1. In deze verordening wordt verstaan onder: G.E.B.: het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf P.N.E.M.: de N.V.Provinciale Noordbrabantsche Electrioi- teits-Maatschappij Art.2. De inkomsten en uitgaven van het G.E.B.worden afgescheiden van de overige inkomsten en uitgaven der gemeente. Art.3. De voor de werken van aanlag en uitbreiding en voor be drijfskapitaal van het G.E'G/benoodigde gelden worden door de gemeente verstrekt. Wanneer deze gelden door de gemeente door leening worden verkregen.zullen alle kosten,welke aan het sluiten dier leening verbonden zijn,voor rekening van het G.EIB.komen; agio of disagio zal ten baste of ten laste van het G.EiB. worden gebracht.Op hetzelfde tijdstip,waarop de gemeente rente en. aflossing der voor het G.E.B.gesloten leeningen zal hebben te betalen,zullen door het G.E.B.de daarvoor benoodigde gelden in de kas der gemeente moeten worden gestort Op grond van den vermoedelijken levensduur van de werken van aanleg van het G.E.B.welke geschat wordt op 35 jaren, zullen de ten behoeve van het G.E.B.gesloten leeningen na 35 jaren moeten zijn afgelost.De eerste aflossing vindt plaats aan het einde van het zesde boekjaar en

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1925 | | pagina 15