il dienstjaar 1923 volgens de gesloten gemeenterekening per leerling is uitgegeven een bedrag van 7,47; dat het gemiddeld getal leerlingen der genoemde school in afgeXbpen jaar bedroeg 70 en naar dit getal eïh bovenvermeld bedrag per leerling de vergoeding zou bedragen 522,90, hetgeen na aftrek van vermoedelijke opbrengst der school gelden ad 240,- wordt verminderd tot 282,90; dat 80$ van het bedrag van 282,90 beloopt 228,30,zoodat in verband met het bepaalde in art 1103,derde lid,der Lager Onderwijswet 1920 het verzoek kan worden ingewilligd; Besluit: I.Het bedrag van het voorschot vast te stellen op 250;-; II.Te bepalen,dat de uitbetaling van het voorschot zal geschieden ten kantore van den Gemeenteontvanger,in twee termijnen,vervallende 1 Maart en 1 September dezes jaars. Alle deze besluiten worden zonderlijke ^stemming vastgesteld 5® V^. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZIGING DER BEGROOTING DIENST 192$. De Voorzitter doet voorlezing van de volgende besluiten: A.UITGAVEN. Afdeeling I,Hoofdstuk I,Volgnummer 5b. Achterstallige uitgagen van vorige dienstjaren: Nog te storten pensioensbijdragen over het 2e halfjaar 1922 42,41. Afdeeling I,Hoofdstuk I,Volgnummer 5c. Als voor. Nog te storten bijdragen wegens inkoop van pensioen over de jaren 1922 en 1923 167,16 VERLAGING. Afdeeling I,Hoofdstuk XVI,Volgnummer 141. Onvoorziene uitgaven 13,27. ONTVANGSTEN. Afdeeling I,Hoofdstuk II,Volgnummer 5a. Terugstorting gelden van telefoongesprekken 9,20 ;n le

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1925 | | pagina 13