/t 3- I I IJ*-6' drie honderd en zevende en laatste blad.,/' mQ« hulpbehoevende personen,waafonder sommige zijn,die,met het oog op hun gezinstoestand,het teekenen zes weken zullen kunnen volhouden,anderen weer niet. De Heer Rens antwoordt hierop in een uitvoerig betoog en brengt in het midden,dat de vragers ten antwoord moet worden gegeven: "Hebt ge dezen zomer wel gezorgd spaarzaam te zijn?". Een en ander werd door hem reeds met den Voorzitter besproken De Voorzitter vraagt den Heer Rens waar de werkloozen zullen moeten teekenen en of de organisaties genegen zullen zijn het teekenen voor de gemeente gratis te laten verrichten. De Heer Rens zegt hier moeilijk op te kunnen antwoorden,doch hij persoonlijk is de meening toegedaan,dat de organisatiea gaarne bereid nullen zijn de gemeente zooveel mogelijk te bevoordeelen. De Voorzitter antwoordt,dat het meest juists zal zijn,dat het Gemeentebestuur zich met de best ren der organisaties in verbinding zal stellen en zal voorstelleh om het teekenen bij de Penningmeesters der Organisaties te doen plaats hebben. monder hoofdelijke stemming wordt besloten de verordening, regelende de werkverschaffing,te handhaven. Diets meer te behandelen zijnde en niemand meer het woord verlangend sluit de Voorzitter deze besloten zitting*. Aldus opgemaakt te Hoogerheide den 13 November 1925. DE VOORZITTER, DE WETHOUDER,

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1925 | | pagina 130