1 \M 7 - - f Z dat woord in het rapport is gekomen. De Voorzitter antwoordtdat Burgemeester en Wethouders voor het jaar 1925 1500,- op de begrooting hebbenxgebracht waar bijna alle arbeiders,geen enkele uitgezonderd,het ge- heele jaar werk hebben gehad.Langzamerhand moet men tot ver mindering van deze uitgaaf komen,waar geleidelijk terug moet worden gekeerd tot andere toestanden,zooals die voor de oor logsjaren in deze gemeente heerschten.Het woord "spaarzaam" is vermoedelijk overgenomen van den Burgemeester^ie als vertegenwoordiger van het Dagelijksoh Bestuur bij de behan deling der begrooting in de Commissievergadering dit woord gebezigd heeftSpreker ziet in dit woord absoluut geen bezwaar.zou eventueel dezen winter blijken,dat met 1500,- niet kan worden volstaan,alsdan kan de Raad dezen post toch steeds verhoogen. De Heej^ens zegt het woord "spaarzaam" in deze een juist woord te vinden.De menschen moeten spaarzaam worden en wij moeten hen daartoe met alle middelen zien te brengen.Spreker handhaaft als lid der minderheid van de Commissie van Onder zoek zijn voorstel en vindt zijn voorstel goed,waar anders missohien nog een aparte vergadering moet belegd worden om dezen post te verhoogen. Wethouder Jaoobs merkt op,dat,wanneer het een heel stengen' winter is,met een bedrag ad 2000,- toch niet volstaan kam worden.Spreker zegt 1500,- voorloopig voldoende te vinden. Blijkt,dat het later noodig is,dan kan deze post toch steeds verhoogd worden. De Heer van Wijk vraagt^hoeveel in den afgeloopen winter voor werkverschaffing is uitgegeven. De Voorzitter antwoordt»dat in den afgéoopen winter 1598,18^ aan werkverschaffing is betaald geworden.Wanneer de komende winter weer zoo is,dan is het geraamde bedrag ruim voldoende. De Voorzitter zegt,dat deze aangelegenheid genoeg besproken is,en sluit dienaangaande de debatten,waarna hij het voorstel van de minderheid der Commissie in omvraag brengt. Dit voorstel wordt verworpen met zeven tegen drie stemmen,

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1924 | | pagina 54