college te delegeren: 1. het nemen van tijdelijke verkeersbesluiten ex art. 18 W.V.W. 1994; 2. het afgeven van invalidenparkeerkaarten ex art. 49 B.A.B.W.; 3. het verlenen van ontheffingen ex art. 148 en art. 149 W.V.W. 1994. Beschikbaar stellen van een krediet voor vervangen van de elektriciteits voorziening in de jachthaven. Namens de fractie van Progressief Willemstad zegt de heer Lammertink: "Het zal het college bekend zijn dat de leden van de commissie werken tijdens de vergadering van 23 maart 1995 langdurig hebben stil gestaan bij het aanscherpen en opnieuw formuleren van het aanbestedingsbeleid. U zult daarom niet geheel verbaasd zijn dat die zelfde commissie twee en een halve maand later geïrriteerd reageerde toen bleek dat een project ter waarde van circa f.100.000,- aanbesteed was bij een aannemer. U schrijft zelf in uw voorstel dat de commissie, gelet op de tijdsdruk, accoord is gegaan met het voorstel. Niet alleen de gevolgde procedure was ergerlijk, ook de wijze waarop wederom de verantwoordelijk wethouder een beleidsvoor stel dacht te moeten verdedigen leidde tot een langdurige en zeer chaoti sche vergadering. Niet hij lichtte het voorstel toe, hij liet dit geheel over aan zijn adviserende ambtenaar die, naar mijn mening geheel onte recht, terecht kwam in het verdedigen van het beleid. Gevoerd of niet- gevoerd beleid verdedigen is een taak van een verantwoordelijk portefeuil lehouder. Zelfs nadat de wethouder gewezen was op het feit dat al in december, tijdens het havenoverleg, gesproken was over het voornemen het elektra te vernieuwen en dat er dus tijd genoeg was om diverse aannemers offertes te vragen, kwam hij niet verder dan te antwoorden dat zijn ambtenaren het ontzettend druk hebben. Blijkbaar is dat de wijze waarop de wethouder het gevoerde beleid aan zijn raad denkt te kunnen verantwoorden; halve rapporten over het onderhoud en de inrichting van de wallen afleve ren, beleidsvoorstellen die te laat of nog steeds niet het daglicht hebben mogen zien, procedures nauwelijks afronden en dit alles verklaren door te wijzen op het gebrek aan personeel. Voorzitter, u haalde het zelf tijdens de laatste commissie bestuur nog eens aan, het moment van herindeling is wellicht dichterbij dan wij denken en er moeten nog heel wat zaken voor de Willemstadse bevolking zo goed mogelijk geregeld worden. Mijn fractie is het met uw opmerking volledig eens en vraagt zich werkelijk af of de heer Mettrop wel beseft hoe weinig tijd hem nog rest om Willemstad daadwerke lijk goed op te leveren". Namens de fractie van D66 zegt mevrouw Lanning onder voorwaarden accoord te gaan met het voorstel, gelet op het spoedeisende karakter van de zaak. Zij zegt hierbij dat zij in het vervolg meerdere offertes van verschillen de aannemers/bedrijven wenst. Namens de fractie van het CDA sluit de heer Dane zich aan bij de woorden van mevrouw Lanning. De heer Mettrop antwoordt hierop: "De heer Lammertink refereert aan de commissievergadering van 23 maart 1995 m.b.t. het aanbestedingsbeleid. Daarover is in de commissie destijds genoegzaam gesproken en het aanbeste dingsbeleid is daarna door de raad vastgesteld. M.b.t. het vervangen van de elektriciteit in de haven zegt de heer Lammertink dat de adviserende ambtenaar de zaak politiek zou hebben moeten verdedigen in de betreffende commissie-vergadering. Ik denk dat dat niet geheel juist is. Elektriciteit is niet mijn allersterkste kant. Gezien het tijdgebrek wilde ik voortva rend te werk gaan, omdat het seizoen al begonnen is. De vervanging van elektriciteit leverde nogal wat vertraging op. Ik wil echter heel graag

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1995 | | pagina 33