6 We hebben die handelswijze gevolgd om te bezien of er alsnog aanvullende gelden door de provincie beschikbaar zouden worden gesteld. Niet geschoten is immers altijd mis. De handelswijze heeft echter geen resultaat gehad. Verder zegt hij: "Ik denk dat we, op het moment dat de opdrachten voor de technische voorzieningen op de rol staan, nog eens bij de provincie moeten informeren of er nog gelden beschikbaar zijn. Het bericht dat we een bedrag van f 160.000,hebben laten liggen is niet juist Aangaande de opmerking over het tempo antwoordt de heer Kamp dat de ad hoc-commissie op 16 december 1993 bijeen is geweest. Toen is afgesproken dat er een uitwerking zou worden opgesteld van de in de aanvullende offerte op te nemen punten. De diverse leveranciers zouden vervolgens een viertal weken de tijd krijgen om een aanbieding te doen. Op 6 januari 1994 is de diverse leveranciers een aanvullende offerte ge vraagd. Aansluitend merkt hij op dat de diverse leveranciers vóór vrijdag 28 januari 1994 hun offerte zullen hebben ingediend. Vervolgens zegt hij"De eerste week van februari 1994 zou er dan een leverancier geselecteerd kunnen worden. Uit tot nu toe onderhouden contacten is echter wel gebleken dat er verschillen zullen bestaan tussen de offertes en de levertijden van de diverse leveranciers. Die zaken zullen zeker een rol spelen bij de keuze voor een leverancier." Verder geeft de heer Kamp aan dat het geen enkel probleem zal zijn om nog tijdens deze raadsperiode een definitieve beslissing te nemen. Het is hem overigens niet geheel duidelijk welke beslissing nog moet worden genomen indien het raamkrediet toereikend is. Dan kan in feite namelijk met de daadwerkelijke uitvoering van de afsluiting een aanvang worden gemaakt. Hij geeft verder aan dat een terugkoppeling naar de raad zeker moet plaatsvinden. Vervolgens merkt hij op dat de heer Hoekwater in zijn schrijven aandacht heeft gevraagd voor de werking van de afsluitmiddelen bij calamiteiten. Hij geeft aan dat deze kwestie heel nadrukkelijk bij de leveranciers onder de aandacht is gebracht en dat een en ander in de aanvullende offerte van de diverse leveranciers zal worden meegenomen. Tot slot geeft de heer Kamp aan dat hij zich niet durft vast te pinnen op de datum van 1 april 1994. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervol gens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten een raamkrediet van f 220.000,beschikbaar te stellen voor de aanschaf van afsluitmiddelen voor de vesting. 5Beschikbaar stellen van een krediet van f 29.375,voor de vervanging van de autolaadkraan van de afdeling openbare werken. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten een krediet ten bedrage van f 29.375,beschikbaar te stellen voor de vervanging van de autolaadkraan van de afdeling openbare werken. 6Rondvraag. Namens de P.v.d.A.-fractie stelt de heer De Witte de volgende vraag: "Naar aanleiding van een artikel in Cobouw van 7 januari 1994 over bodems van jachthavens hebben wij de volgende vragen.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1994 | | pagina 6