10 maar dat de discussie levendig gehouden wordt. Besluitvorming over deze materie kan niet plaatsvinden zonder medewerking of inspraak van de bevolking, aldus de heer Hoekwater. De voorzitter zegt vervolgens:" Wij moeten vanavond afscheid nemen van" de heer de Witte. Hij heeft mij daar mee verrast, want de bedoeling was om dat op 8 april te doen. U bent, naar ik heb begrepen, op die datum met vakantie en ik kan mij voorstellen dat u dat een belangrijker bezigheid vindt dan afscheid nemen. Afscheid nemen, ik realiseer mij dat het wat cliché-achtig klinkt, doet altijd een beetje zeer, al was het alleen maar omdat je wel weet wat je hebt maar niet wat je krijgt. En wij wisten al vrij snel wat we in deze raad aan u hadden. Toen ikzelf afscheid nam als raadslid in Dongen kreeg ik het predikaat "positief-kritisch" mee. Dat predikaat zou ik graag aan u mee willen geven, wellicht met enig nuance verschil tussen positief en kritisch, maar u was het beide en als raadslid^J vind ik dat ook heel gezond en terecht. Verder houdt natuurlijk de vergelijking op. U bent, tussentijds als opvolger van de heer Tuinman, in 1992 in de raad gekomen. Ik kende u niet, zeker geen gebrek aan u overi gens, maar al heel snel werd duidelijk, dat hij al eerder in de raad van Fijnaart had gezeten. Dat was ook heel snel merkbaar want het bleek vanaf het begin al heel snel dat u er gewoon bij hoorde, alsof het nooit anders geweest was. Vorig jaar meneer de Witte, hebben wij ook met uw andere kwaliteiten kennis kunnen maken. Ik heb genoten van uw rol als clochard tijdens de festiviteiten rondom 1793-1993. Ook andere leden van de raad overigens, maar die nemen nu geen afscheid. Wij hebben een afscheidscadeau voor u, maar het is nog niet klaar. U krijgt het, maar u moet het na afloop van de vergadering terug inleveren bij de secretaris zodat wij tijdens uw vakantie de laatste hand eraan kunnen leggen." Vervolgens dankt de voorzitter mevrouw de Witte voor de vele uren dat zij haar man heeft afgestaan voor de gemeenschap van Willemstad en biedt haar een bloemetje aan. De heer Hoekwater spreekt vervolgens als nestor van de raad de heer de Witte als volgt toe: Mij valt de eer te beurt, Thijs, om namens de collega-raadsleden een woord van afscheid tot je te mogen spreken. jaar geleden mocht ik dat ook doen bij het afscheid van Rini Boertjes1^ bijna je buurman aan de Helsedijk. In relatie tot de snelheid waarmee soms over die dijk gereden wordt is de naam Helse vaak een terechte aanduiding. Je hebt er menigmaal in de raad en commissie je ergernis over uitgespro ken. Bijna Thijs had je ook nog de helse HSL in je achtertuin gehad. Je hebt niet nagelaten bij herhaling op het HSL-standpunt van je partij te wijzen. Samen hebben wij eens, op uitnodiging van mevrouw May-Weggen, een ritje mogen maken in zo'n schitterend luxe TGV-trein van Den Haag Breda visa-versa. Zelden heb ik een PR-mevrouw van het ministerie zo snel onze coupe zien verlaten toen ik mij liet ontvallen, dat je raadslid maar ook betrokken was bij een HSL-actiegroep. Alsof je een besmettelijke ziekte had. Jammer voor die mevrouw, ze had nog veel van je kunnen leren. Ik wil je danken Thijs voor je oprechtheid en collegialiteit als raadslid, voor je grandioze toneel-creatie van een franse krijgsheer en als zwerver en je prettige persoonlijkheid wanneer het ging om het soms noodzakelijke "praatje over de heg". Even iets terzijde: Graag Thijs had ik met jou als raadslid er vanavond tussenuit willen knijpen. Daardoor had het afscheid van Jan Munters die volledige aandacht kunnen krijgen die dat meer dan verdient. Maar terzake: Thijs wij kunnen ons moeilijk voorstellen, dat je niet in de een of andere functie weer terugkeert in de politieke arena, daarvoor ben je er te veel met hart en ziel mee verbonden. Als je eenmaal met dat virus besmet bent, kom je er bijna niet meer vanaf. Met een

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1994 | | pagina 68