Fotocopie conform origineel, <~h de verbalisant^ heleboel toeristen zouden komen? Of een hotel? Of een camping? Of een garnizoen militairen? Of eenZouden we dan ook zo reageren? Wat weten we eigenlijk van asielzoekers? Gezien de reactie lijkt het erop dat wat partijen als bijvoorbeeld de C.D. ons vertellen over asielzoekers, we geloven. Waar zijn we eigenlijk bang voor? Dat deze mensen in persoon nu voor ons staan en daadwerkelijk een beroep doen op onze naastenliefde? Of, willen we niet werkelijk, maar liever via de televisie, geconfronteerd worden met de problemen van deze mensen? Of, willen we niet dat deze mensen ons in onze ware gedaante zien, namelijk dat we eigenlijk niet zo tolerant zijn, dat we onze rommel o.a. bierblikjes aan de kant van de weg gooien, dat landgenoten voetbalstadions en treinen slopen, dat in onze gemeente landgenoten ons ook enige overlast bezorgen en daarom de vesting autoluw moeten maken? Alleen de mededeling dat asielzoekers naar onze gemeente komen noopt mensen om een anonieme brief 's-nachts rond te brengen en mede daardoor een publiek van meer dan 300 personen in de raadszaal te brengen. Dan nu onze vragen: 1. U heeft ons medegedeeld dat journalisten naar aanleiding van de boot het een met het andere optellen en conclusies trekken, maar hoe kan het dan dat men "op straat" al inhoudelijke zaken van de aanvraag kent? 2. Waarom, nadat u vragen van journalisten had gekregen en gezien het onder werp, niet onverwijld de raadsleden ingelicht? 3. Heeft u onderzoek gedaan naar de herkomst van het tendentieuze anonieme schrijven? Zo ja, wat heeft u al "opgediept" en wat gaat u met deze eventuele kennis doen? Zo nee, bent u voornemens dit onderzoek ter hand te nemen eventueel met behulp van de politie? 4. Daar ons niet duidelijk is geworden of u afstand heeft genomen van het anonieme schrijven bent u alsnog bereid daarvan afstand te nemen? 5. Nu de aanvraag is ingetrokken maar het probleem nog niet is opgelost, wat is uw standpunt ten aanzien van een eventuele nieuwe aanvraag? De voorzitter zegt dat een aantal vragen al uitgebreid aan de orde zijn geweest in de vergadering van 8 maart 1994, waarin de voorzitter verant woording heeft afgelegd aan de raad over het gevoerde beleid, op die onderdelen van de vraag gaat de voorzitter dus niet meer in. Met betrekking tot het eerste deel van de vraag zegt de voorzitter dat hij op een zaterdag is gebeld door een journalist van het Brabants Nieuwsblad, die hem mededeelde dat er een hotelschip in de werkhaven lag. De voorzit ter was daarvan zelf nog niet op de hoogte. Die journalist is toen verder gaan informeren bij W.V.C., de stichting in Rijswijk die zich daarmee bezig houdt en toen kwam de legpuzzel al aardig compleet. Dat verhaal staat dan de andere dag in de krant, dat is nu eenmaal het vak van de journalisten. In Willemstad gaan dat soort dingen erg hard. Hoe dat allemaal loopt en zijn weg vindt is voor de voorzitter niet te achterha len. Waarom de voorzitter niet onverwijld de raadsleden heeft ingelicht, heeft de voorzitter uitgebreid aan de orde gesteld in de vergadering van 8 maart. Hij verwijst wat deze vraag betreft dan ook naar die vergadering. Dan de vraag van het onderzoek naar het anonieme schrijven. Op dezelfde dag dat de voorzitter op de hoogte gesteld is van die brief heeft hij contact opgenomen met de politie en met een bureau dat zich bezig houdt met de bestrijding van racime omdat hij het gevoel had dat die brief mogelijk een copie zou zijn van brieven die ook in andere gemeente zijn verspreid en die afkomstig zijn van een grotere organisatie. De voorzitter leest de bevindingen van de politie voor die aan de burgemeester ter hand zijn gesteld: "Aan de burgemeester van Willemstad, 7

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1994 | | pagina 65