verbinding heeft gesteld met de Kiesraad of hier wettelijke dan wel procedurele zaken aan de hand zijn. Daarover wenst de commissie graag meer informatie. De voorzitter zegt dat het college inderdaad contact heeft gehad met. de Kiesraad, nog voor de brief van progressief Willemstad binnen was. Het betreft hier een wettelijke termijn en een termijn van orde. De voorzitter heeft begrepen dat ook de leden van Progressief Willemstad zich met de Kiesraad hebben verstaan en waarschijnlijk hetzelfde te horen hebben gekregen. De heer Hoekwater zegt dat het voor de commissie nog steeds niet duidelijk is of zij op basis van deze gegevens kan overgaan tot het adviseren van de raad voor goedkeuring van de verkiezingen. Het is onduidelijk of hier een grond voor afkeuring van de verkiezingen aanwezig is. De heer Hoekwater verzoekt wederom om nadere informatie en verzoekt de voorzitter na diens' beantwoording de vergadering te schorsen voor nader overleg in de commis sie De voorzitter zegt al eerder gezegd te hebben dat het aan de raad is om deze verkiezingen al dan niet geldig te verklaren. Als er leden van de raad zijn die vinden dat de verkiezingen ongeldig verklaard moeten worden dan kunnen zij daartoe een motie indienen; het voorstel van het college is anders. Neemt de raad die motie over, dan moeten er binnen 30 dagen nieuwe verkiezingen komen. Neemt de raad die motie niet over dan is een ieder vrij om daartegen beroep aan te tekenen bij de Raad van State. Tot slot zegt de voorzitter dat het onderzoeken van de geloofsbrieven een zaak is van de commissie en dat het al dan niet geldig verklaren van de verkiezin gen een zaak is van de raad. Vervolgens schorst de voorzitter de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Ie termijn. De heer Hoekwater zegt dit keer niet meer het woord te voeren als voorzit ter van de commissie, aangezien de geloofsbrieven accoord zijn bevonden door de commissie, maar als fractievoorzitter van de V.V.D. Na overleg meent de V.V.D. dat, ondanks het feit dat er een erg korte tijd is geweest met betrekking tot hetgeen in de Kieswet staat vermeld, er onvoldoende gronden zijn om op dit moment de verkiezingen ongeldig te verklaren. De heer de Witte zegt namens de P.v.d.A. dat de meest cruciale partij in deze zijn mening al heeft gegeven. Hij heeft echter nog de volgende vragen: Wat zou er gebeuren als de raad de verkiezingen ongeldig zou verklaren? Handelt de raad tegen de wet als de verkiezingen wel geldig verklaard worden. De voorzitter heeft gezegd dat het een wettelijke termijn is en een termijn van orde. Het is volgens de heer de Witte het een of het ander. De heer de Witte heeft uit de brief van Progressief Willemstad niet begrepen dat zij zich hebben laten consulteren door de Kiesraad, maar dat zij alleen aandacht voor deze zaak hebben gevraagd. De heer Groeneveld zegt namens de fractie van het C.D.A. dat hij zich grotendeels aan kan sluiten bij de woorden van de heer Hoekwater. Ook het C.D.A. kan onvoldoende gronden vinden om de verkiezingen ongeldig te i

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1994 | | pagina 62