daarvan te bekijken. Was het resultaat positief geweest dan hadden we minstens f 220.000,in de knip kunnen houden. Helaas, het plaatsen van borden heeft nauwelijks of geen effect gehad. En hier ligt naar mijn mening het probleem. Was het niet minister-president Lubbers die de "verloedering van onze samenleving" aan de orde heeft gesteld? Het is niet de commissie die zo graag een mechanische afsluiting wil. Het is de verloedering van de samenleving die onze raad dwingt een raamkrediet van dik twee ton beschikbaar te moeten stellen om te bereiken dat door deze raad genomen besluiten worden nageleefd. Doordat het instrument bij uitstek, namelijk de sterke arm of in dit geval de regiopolitie, niet beschikbaar is om legitiem genomen besluiten, indien noodzakelijk, kracht bij te zetten, worden wij nu gedwongen dit besluit te nemen Laten wij ons dit heel goed realiseren. Dat ik deze aandacht aan dit onderwerp besteed, meneer de voorzitter, vindt zijn oorzaak mede in een artikel in het Brabants Nieuwsblad van 17 januari 1994 waarin U geciteerd wordt. Ik kan mij voorstellen dat u zich, als portefeuillehouder financiën, zorgen maakt over de hoogte van het bedrag dat wellicht noodzakelijk is. Maar u heeft nog een andere unieke verantwoordelijkheid, namelijk die met betrekking tot de openbare orde. Ik betreur het dat u die kant van de medaille niet belicht heeft in dat artikel. Het had er zeker toe bij kunnen dragen om voor onze burgers de materie goed helder te krijgen. Meneer de voorzitter, de formulering van uw voorstel laat voldoende ruimte over voor de commissie om, gegeven de eis van een onbemand-systeem dat ook ingeval van een calamiteit perfect moet kunnen functioneren, met een afgewogen voorstel te komen. Afsluitend in eerste termijn, meneer de voorzitter. Hoe zouden we kunnen voorkomen dat nog langer wordt gesproken over het feit dat Willemstad is of wordt afgesloten. Slechts gedurende 4% van de tijd dat Willemstad voor alle verkeer toegan kelijk is, wordt er een beperking ingesteld. Dit is geen afsluiting, dit^ is alleen het minder toegankelijk maken van onze stad. En om dat te bereiken moeten wij heel veel geld gaan uitgeven. En dat doen we zeer ongaarne. Als er iemand is die nog op de valreep een betere oplossing heeft dan denk ik dat we daar met z'n allen erg dankbaar voor zouden moeten zijn." Namens de C.D.A.-fractie geeft de heer Driesprong aan dat hij volledig instemt met de laatste zinsnede van de heer Hoekwater. Ook het C.D.A. staat uiteraard niet te trappelen om dit soort bedragen uit te geven voor de relatief korte tijden waarop het systeem actief zou moeten zijn, aldus de heer Driesprong. Hij denkt dat het uitgeven van het bedrag van f 220.000,gezien de effecten van de bebording, noodzakelijk is. Verder zegt hij: "Daarnaast is het bedrag van f 220.000,een bedrag dat, gezien de laatste berichten, zonder subsidie uit de gemeentelijke schat kist moet komen. Gelukkig is een en ander in de begroting voorzien en zodoende uit de algemene middelen volledig te realiseren." De mededeling dat, indien blijkt dat de maatregelen niet binnen het bedrag van f 220.000,kunnen worden uitgevoerd, de commissie algemene bestuur lijke zaken om nader advies zal worden gevraagd, stelt hem op dit moment gerust

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1994 | | pagina 4