6 college daarmee niet doelt op de brief van de notaris, want dit was volgens mevrouw de Wit een onaangename, zakelijke brief. Namens de fractie van het CDA vraagt de heer Groeneveld of hij goed begrepen heeft dat niemand verplicht is e.e.a. te tekenen. Tevens heeft hij begrepen dat de riolering met de grond eigendom is van de betreffende bewoners. Hij vraagt of de bewoners die niet tekenen dan ook zelf de riolering in goede staat moeten houden. Verder herhaalt hij zijn vraag of het college aan kan geven hoeveel mensen niet bereid zijn te tekenen. Op de vraag van mevrouw van Exel over de schadevaststelling antwoordt mevrouw in 't Veld dat bij werkzaamheden aan de riolering altijd voorafgaand contact opgenomen wordt met de betrokken bewoners, bij grote werkzaamheden 30 dagen van tevoren, met uitzondering van calamiteiten. In geval van verschil van mening wordt de zaak in handen gegeven van een arbitragecommissie. Tegen die uitspraak is beroep mogelijk bij de kantonrechter. Op de vraag van de heer Groene veld m.b.t. de riolering antwoordt mevrouw in 't Veld dat de staat van de riolering zodanig is dat grote werkzaamheden aan de riolering op dit moment niet nodig zijn. Mocht dat in de toekomst wel het geval zijn en de' gemeente kan niet in een bepaald stuk grond omdat daar geen recht van opstal is gevestigd dan heeft de gemeente een probleem. Er zal dan op dat moment naar een oplossing moeten worden gezocht, want de gemeente heeft een zorgplicht t.a.v. de riolering. Met betrekking tot de opmerking van mevrouw de Wit over het feit dat bewoners volgens haar iets "door de strot geperst krijgen", zegt mevrouw in 't Veld dat niemand hier iets door zijn strot geperst krijgt. Zij zegt nogmaals dat niemand verplicht is de acte tot het vestigen van een zakelijk recht van opstal te tekenen. Maar juist omdat het zolang geduurd heeft wilde de gemeente in dit stadium de kosten van inschrijving van de eigendom in de zakelijke registers, voor haar rekening nemen. Het inschrijven kan op ieder willekeurig moment daarna nog gebeuren, maar dan moeten de mensen het zelf betalen. Tenslotte zegt mevrouw in 't Veld dat aan het eind van de informatie-avond nog maar weinig mensen bedenkingen hadden. Het college heeft getracht e.e.a. voor de bewoners zo verantwoord mogelijk te regelen. Dat de informatie-avond niet in september is gehouden, zoals in eerste instantie was gepland, heeft diverse oorzaken, maar een daarvan was dat het inmeten meer tijd heeft gevergd dan was verwacht. 3e termijn Namens de fractie van het CDA zegt de heer Groeneveld dat zijn fractie, na de beantwoording, tot de conclusie is gekomen dat er duidelijk ook mede in het belang van de bewoners wordt gehandeld en dat tevens een aanzienlijk bedrag bespaard wordt als deze zaak nog dit jaar wordt afgehandeld. Tevens constateert zijn fractie dat er geen andere situatie ontstaat wanneer deze zaak over het jaar heen getild wordt. Dit alles is voor de CDA-fractie reden om accoord te gaan met het voorstel. Namens de fractie van Progres sief Willemstad zegt mevrouw de Wit dat haar fractie toch anders aankijkt tegen zorgvuldig omgaan met burgers dan het college. Verder heeft zij begrepen dat, als een aantal bewoners niet het zakelijk recht van opstal laat vestigen, de gemeente in de toekomst voor hele hoge kosten kan komen te staan. Dit risico kan worden uitgesloten door de bewoners iets langer de tijd te geven om te tekenen, zodat wellicht alle bewoners toestemmen in het vestigen van een zakelijk recht van opstal. Gezien de manier waarop het college met deze zaak is omgegaan, gaat de fractie van Progressief Willemstad niet accoord met het voorstel om de bevoegdheid tot het vestigen van een zakelijk recht van opstal te delegeren aan het college. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de bevoegdheid tot het vestigen van een zakelijk recht van opstal te delegeren aan het college, met de aantekening dat de fractie van Progres sief Willemstad geacht wordt te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1994 | | pagina 226