10 heeft verwoord. Ik doel daarmee met name op de specifieke relatie die wij met Zuid-Holland hebben door middel van de busverbinding van de ZWN, aldus de heer Hoekwa ter. Verder zegt hij"De organisatiestructuur zoals men die voor de regionale samenwerking voor ogen heeft bevat onder andere een coördinatorengroep. De ZWN wordt als zodanig niet genoemd als deelnemer aan die groep. In de gewestelijk voorlichting wordt alleen Zeeland genoemd als regio waarmee wordt samengewerkt. Ik zou het bijzonder op prijs als u in uw brief aan het streekgewest nogmaals onze speciale relatie met Zuid-Holland wil benadrukken. Het is mij veel waard dat de relatie met Zuid-Holland goed en onderbouwd intact blijft en dat wij niet in een vergeten hoek geraken, daar onze belangen in deze zeer aanzienlijk zijn." Vervolgens merkt hij op in de veronderstelling te verkeren dat de bijdrage over 1994 door het streekgewest zelf zal worden gedragen en dat de lasten^P eigenlijk pas in 1995 aan de orde zullen komen. In uw voorstel onder punt 11 b en c wordt echter van 1994 uitgegaan, aldus de heer Hoekwater. Hij wordt hier graag nader over geïnformeerd. Antwoord le termijn. De heer Kamp geeft aan dat het belang van het opstellen van een vervoers regio als consequentie heeft dat, naast de centrale uitgangspunten voor het terugdringen van de automobiliteit, naar alle aspecten van vervoer wordt gekeken. Men concludeert in het stuk dat de automobiliteit nog aanzienlijk zal stijgen indien er geen beleid wordt gevoerd, aldus de heer Kamp. Men wil bekijken of er een afstemming kan plaatsvinden tussen met name de ver schillende sectoren. Verder zegt hij: "Daarbij worden ook in de infrastructuur voorzieningen getroffen. Ik denk dat het op zich een nieuw element is dat er een budget beschikbaar wordt gesteld van ongeveer f 25.000.000,waar men vanuit de vervoersre-fj^ gio ook van kan profiteren. Kijkend naar het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer ziet men dat op landelijk niveau een aantal hoofdverkeerslijnen heeft geprojecteerd, waarvan één lijn langs Willemstad loopt. En daar ligt met name al direct de relatie naar Zuid-Holland. Dat betekent dat men in alle plannen de zaak ook zal inkaderen in de landelijke hoofdstructuur en van daaruit de mobiliteit zal bekijken." Vervolgens geeft hij aan dat de in de commissie algemene bestuurlijke zaken gemaakte opmerkingen, welke niet onder de noemer "11. Voorstelin het raadsvoorstel zijn opgenomen, toch zeker aan het streekgewest zullen worden voorgelegd. Ik ben met u van mening dat men, wil men een beleid voor deze regio voeren, zeker naar de omliggende gebieden moet kijken, aldus de heer Kamp. En dan met name naar Zuid-Holland en Zeeland. Aansluitend merkt de voorzitter op dat over de bijdrage voor 1995 in de komende vergadering van de commissie algemene bestuurlijke zaken zal worden gesproken. Er komt dan een gewestelijke begrotingswijziging om een en ander te financieren, aldus de voorzitter.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1994 | | pagina 21