14
haar vergadering in januari 1995. De genoemde gesprekken waren oriënte
rend om te komen tot een plan van aanpak.
Havengeld
Privatiseren is een van de mogelijkheden in een ander soortige exploi
tatie, welke ik voor sta. Dat is de mening van de havenwethouder en nog
niet meteen de mening van het college, want wij hebben daar binnen het
college nog niet inhoudelijk over gesproken.
Groenbeheersplan
In februari 1995 komt hierover een notitie in de commissie werken. Het
plan zal tot stand worden gebracht door het werkvoorzieningsschap in
samenspraak met de Heemkundekring, een ecologische club en de afdeling
openbare werken.
Monumenten
dOrangemolen
Voor de restauratie van dOrangemolen is bij beschikking van 31 augus
tus 1993 door de minister van WVC op basis van het gemeentelijk Meerja
renprogramma Restauratie Monumenten ten laste van de volgende budgetja
ren een subsidie toegezegd van:
- budgetjaar 1990 f. 63.644,-
- budgetjaar 1993 - 48.577,-
totaal f.112.221,-
Een en ander is gebaseerd op een kostenbegroting van f.526.050,-,
waarvan f.345.909,- als subsidiabele restauratiekosten is aangemerkt.
Daarnaast is een laagrentende restauratiehypotheek toegezegd en zijn de
totale restauratiekosten als fiscaal aftrekbare onderhoudskosten
aangemerkt. De restauratiewerkzaamheden stagneerden vanwege het aandeel
dat de eigenaar voor eigen rekening moest nemen. Hij was van mening dat
er ten onrechte kostenposten niet subsidiabel zijn verklaard. Wij zijn
om die reden in contact getreden met de Rijksdienst voor de Monumenten
zorg. Er hebben vervolgens een viertal gesprekken plaats gevonden over|
de restauratie van de molen waaraan de eigenaar, zijn accountant en
architect, de molenmaker, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de
gemeente hebben deelgenomen. Een en ander heeft er toe geresulteerd dat
de restauratiewerkzaamheden nader zijn omschreven en kosten verder zijn
gespecificeerd. De zo aangepaste restauratiebegroting is voorgelegd aan
de Rijksdienst voor de Monumentenzorg met het verzoek om de subsidiabe
le kosten opnieuw te bezien. De bruto restauratiekosten komen nu uit op
f.637.282,-. Van dit bedrag is f.585.987,- subsidiabel verklaard
(beschikking d.d 17 oktober 1994 van de Rijksdienst voor de Monumenten
zorg). Op basis van deze subsidiabele kosten kan in principe ten laste
van het gemeentelijk budget een subsidie toegekend worden van
f.234.390,- (40% van f585987-Het gemeentelijk meerjarenprogramma
Restauratie Monumenten moet terzake worden aangepast. Het hogere
subsidie van f.122.169,- zou ten laste van het budgetjaar 1995 gebracht
kunnen worden. Ten laste van dit budget, thans nog groot f.133,942,-
(er is nog niets van benut), kunnen tot 1 april 1995 subsidietoezeggin
gen worden gedaan. Het op die datum resterende bedrag vloeit terug in
de kas van het Rijk. Aan laagrentende restauratiehypotheek is een
bedrag toegezegd van f.84.165,- Op basis van de nu vastgestelde subsi
diabele kosten kan de restauratiehypotheek verhoogd worden met
f.91.631,- tot f.175.796,- (restauratiehypotheek is 30% van de subsidi-