veranderingen in onze gemeente plaatsvinden, met name op het gebied van
verkeersmaatregelen die o.a. beogen zo min mogelijk verkeer door de
bebouwde kom te laten gaan. Dat betekent dat er meer verkeer door het
buitengebied gaat. Verder zal de toekomstige uitbreiding van de woningbouw
plaatsvinden langs het Steenpad in de richting van de NoordlangewegOok
daardoor zal er meer verkeer door het buitengebied gaan. Het lijkt me dan
ook zinvol in te schatten wat dat voor gevolgen heeft voor de verkeersin
tensiteit langs de bebouwde kom. De overlast die het vele verkeer daar zal
geven, zal misschien van dusdanige aard worden dat we tot de conclusie
moeten komen dat het niet langer verantwoord is om de situatie op die
manier in stand te houden. Misschien moeten wij wel een besluit gaan nemen
om het verkeer verder van de bebouwde kom te houden door bijvoorbeeld
aanleg van een nieuw stuk weg. Dat zal echter wel moeten passen in het
bestemmingsplan Buitengebied. Vandaar dat ik er voor pleit, om bij de
uitgangspunten daar eens grondig naar te kijken". Met betrekking tot deze
opmerkingen van mevrouw de Wit over de zonering en de geluidshinder zegt
de voorzitter dat deze opmerkingen zullen worden meegenomen. Eveneens
namens de fractie van Progressief Willemstad zegt de heer Lammertink naar
aanleiding van het gestelde op pagina 8 met betrekking tot de benoeming
van het plaatsvervangend gewestraadslid, dat de heer Kamp hieromtrent een
brief heeft ontvangen van de fractie van het CDA, waarin wordt uitgelegd
hoe het allemaal is gekomen. Die brief begrijpt de heer Lammertink niet
helemaal. Hij heeft daarover een vraag en citeert vervolgens een deel van
de brief: De coalitievergadering vond dat we niet van uw partij mochten
verlangen op stel en sprong een beslissing te nemen over het al dan niet
beschikbaar hebben van een kandidaat." Deze passage kan de heer Lammertink
niet rijmen met het feit dat de fractievoorzitters van de andere coalitie
partijen hem te kennen hebben gegeven niet te hebben geweten dat de heer
Kamp door het CDA benaderd was voor de vacature m.b.t. het plaatsver
vangend gewestraadslidmaatschap. De heer Lammertink vraagt zich af of er
afstemmingsproblemen zijn binnen de coalitie. De voorzitter zegt hierop
dat dit notulen zijn waarin wordt vastgelegd wat er op die avond is
besproken. Zij zegt zich niet verantwoordelijk te voelen inhoudelijk op
deze zaak in te gaan omdat dit een zaak is tussen de fracties onderling.
Namens de fractie van het CDA zegt de heer Groeneveld dat er totaal geen
sprake is van afstemmingsproblemen binnen de coalitie. De heer Groeneveld
denkt dat de heer Lammertink op een verkeerd spoor is gezet door hetgeen
in de notulen staat vermeld op pagina 8, waar staat:"de heer Groeneveld
zegt "namens de coalitiepartijen"De heer Groeneveld betwijfelt of
hij dat heeft gezegd, het is echter geenszins de bedoeling geweest. Het is
namelijk juist dat de andere coalitiepartijen voor het coalitie-overleg
niet op de hoogte waren van het contact tussen de fractievoorzitter van
het CDA en de fractievoorzitter van Progressief Willemstad over de
vacature met betrekking tot het StreekgewestOp het moment van de
raadsvergadering had het coalitie-overleg nog niet plaatsgevonden en kon
de heer Groeneveld dus ook nog niet namens de coalitiepartijen spreken.
Het schrijven aan de heer Kamp is echter na het coalitie-overleg ver
stuurd, dus toen kon er wel namens de coalitiepartijen gesproken worden.
Namens de fractie van D66 zegt mevrouw Lanning dat haar noch mevrouw van
Exel bekend was dat de heer Kamp reeds door de heer Groeneveld was
benaderd voor die vacature. De heer Groeneveld zegt hierop dat dat juist
is en dat hij de heer Kamp op dat moment ook niet namens de coalitiepar
tijen heeft benaderd.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de
notulen van 13 september vastgesteld.