mevrouw de Wit antwoordt mevrouw Lanning dat zij doelt op het gastou— derproject, dat volgens haar pas is gestart. Mevrouw de Wit zegt dat het gastouderproject ook al een tijd loopt. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt de verordening Kinderopvang vastgesteld. 10 Vaststelling meerjarenprogramma stads- en dorpsvernieuwing 1994-1998. Namens de fractie van Progressief Willemstad zegt de heer Kamp dat de commissie werken heeft geadviseerd om geen bijdrage te geven voor particu liere woningverbetering, mocht er toch ruimte worden gevonden dan zou daar bij de behandeling van de begroting op worden teruggekomen. Bij het lezen van het voorstel van het college moet de heer Kamp concluderen dat de provincie niet bereid is om op dat punt door de bocht te gaan. De lijst met werken, die uitgevoerd moeten worden, overziend, kan de heer Kamp zich niet voorstellen dat alle werken van die lijst kunnen worden uitgevoerd. Het college stelt nu voor, om vooralsnog niet in te gaan op het jaarlijks beschikbaar stellen van een budget voor particuliere woningverbetering. Er zit volgens de heer Kamp enige ruimte tussen hetgeen de commissie heeft geadviseerd en hetgeen het college nu voorstelt. Graag wenst hij hierover nadere informatie. Namens de fractie van de WD zegt mevrouw van Exel moeite te hebben met de term projectmatige aanpak. Zij vraagt wat daar, voor Willemstad, onder verstaan wordt. Namens de fractie van het CDA zegt de heer Groeneveld te kunnen instemmen met het voorstel van het college om vooralsnog geen gelden beschikbaar te stellen voor particuliere woning verbetering. Vervolgens vraagt de heer Groeneveld of er na de vergadering van de commissie werken, nog nieuwe ontwikkelingen te melden zijn met betrekking tot het saneren van het milieuhinderlijke bedrijf en met betrekking tot de restauratie van de bunkers. Tenslotte zegt de heer Groeneveld dat het college onder de conclusie vermeld dat, om die bijdrage te verkrijgen, eerst na afloop van het project geld beschikbaar zal worden gesteld, maar om bepaalde projecten te kunnen uitvoeren zal toch eerst duidelijkheid moeten komen of er ook daadwerkelijk subsidie komt, voordat plannen uitgevoerd kunnen worden. De heer Groeneveld vraagt hierover wat meer duidelijkheid. De heer Mettrop zegt dat de subsidiëring in het kader! van het stads- en dorpsvernieuwingsgelden een eindig verhaal is geworden. Met betrekking tot de vraag van mevrouw van Exel over projectmatige zaken antwoordt de heer Mettrop dat er slechts van projecten sprake kan zijn als er woningaanpassingen gedaan moeten worden in een dertien- a vijftiental woningen, die na 1971 gebouwd zijn. In het Willemstadse komen dit soort projecten dus bijna niet voor. Met betrekking tot de restauratie van de bunkers zegt hij dat zo'n project meer gezien moet worden in het toeris tisch kader. Als zodanig moet dat aan de verantwoordelijke gedeputeerde worden voorgelegd. Met betrekking tot de sanering van het milieuhinderlij- ke bedrijf meldt de heer Mettrop dat de heer Roos een gesprek heeft gehad met het college over de mogelijkheden binnen het kader van de stads- en dorpsvernieuwing, voor het saneren van zijn garage bedrijf binnen woonker nen. De accountant van de heer Roos moet gegevens opstellen. Aan de hand waarvan het college kan beoordelen of dit bedrijf in aanmerking komt voor subsidie. Met betrekking tot de opmerkingen van de heer Kamp en Groene veld, of er na de behandeling in de commissie werken nog iets is veran derd, antwoord de heer Mettrop dat er sindsdien niets is veranderd.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1994 | | pagina 123