6
formatie om al aan te kunnen geven dat er behoefte bestond aan het nu benodig
de krediet, aldus de voorzitter.
2e termijn.
De heer De Witte geeft aan dat het inderdaad beter was geweest als men eerder
van een en ander op de hoogte was gebracht, daar zo'n mededeling toch iets van
de voorbereiding van het plan weergeeft.
Hij vindt het jammer dat dit soort zaken last-minute in de raad worden
gebracht
Tot slot geeft hij te kennen dat hij zich in het voorstel kan vinden.
Antwoord 2e termijn.
De voorzitter geeft aan dat op het moment van de vergadering van de commissie
openbare werken de voor het realiseren van de ondergronden benodigde bedragen
nog niet duidelijk in beeld waren.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten een kre
diet beschikbaar te stellen van f 37.000,(afgerond) voor het realiseren van
ondergronden voor het bestemmingsplan "Buiten de Vesting" en het bestemmings
plan "Bovensluis"
6Beschikbaar stellen van een krediet voor de restauratie van de stadsmuren fase
2, terzake bastion Groningen en de Waterpoort.
Ie termijn.
Namens de C.D.A.-fractie geeft de heer Dane aan dat hij het advies van de
commissie openbare werken in het voorstel mist, hoewel die commissie op 6 mei
1993 wel over een en ander advies heeft uitgebracht.
Namens de P.v.d.A.-fractie sluit de heer De Witte zich aan bij de opmerking
van de heer Dane.
Verder geeft hij aan dat in de commissie openbare werken is aangegeven dat het
vergunningenstelsel voor het vervolgtraject aangaande de restauratie van de
verdedigingswerken in orde zal worden gemaakt.
Vervolgens merkt hij op dat de provincie Noord-Brabant in dit geval een stads
vernieuwingssubsidie van f 100.000,voor 1993 verstrekt.
Is er echter enig zicht op de mogelijke subsidies voor het vervolgtraject,
aldus de heer De Witte.
Antwoord le termijn.
De voorzitter geeft aan dat de commissie openbare werken op 6 mei 1993 bijeen
is geweest.
Redenerend vanuit het oogpunt dat de commissieleden voldoende voeling hebben
met hun fractieleden en gezien het feit dat het voorliggende raadsvoorstel al
erg laat aan de leden van de raad kon worden verstrekt, heeft het college
gemeend dat daarbij het ambtelijk apparaat niet ook nog eens extra moest wor
den belast met het op papier zetten van het advies.
Hij heeft overigens begrepen dat het advies van de commissie openbare werken
goed is doorgeklonken.
Verder geeft de voorzitter aan dat in de commissie openbare werken nog aan-