18
Namens de C.D.A.-fractie geeft mevrouw In 't Veld aan dat momenteel al 60% van
het oud papier hergebruikt wordt.
Namens de P.v.d.A.-fractie stelt de heer De Witte de volgende vraag: "Naar
aanleiding van een artikel in het Brabants Nieuwsblad over de strook grond
tussen de Voorstraat en de Groenstraat hebben wij een aantal vragen.
Bent u het met ons eens dat de uitspraak over het toeëigenen van deze strook
door de bewoners in voornoemd artikel hoogst ongelukkig is en niet ter zake?
Kunt u aangeven hoe de stand van zaken is betreffende dit onderwerp?
Wat zullen de totale kosten bedragen van het onderzoek over het juridische
eigendom en wegen deze kosten op tegen eventuele andere oplossingen?
Kunt u aangeven wanneer deze zaak, met name voor de bewoners, is afgewikkeld?"
De heer Munters wil niet al te diep ingaan op hetgeen in het Brabants Nieuws
blad is vermeld. Hij geeft wel aan dat de in het artikel gebezigde woorden
niet door de ambtenaren ter secretarie zijn gebruikt.
Met betrekking tot de huidige stand van zaken geeft hij aan dat er momenteel
een nota wordt opgesteld, welke nota in de vergadering van de commissie alge
mene bestuurlijke zaken van 27 mei 1993 zal worden besproken.
Verder geeft hij aan dat het college probeert om deze probleemrijke materie op
een vriendelijke manier en in harmonie met de gebruikers c.q. eigenaren van de
strook grond op te lossen.
Over de kosten van het juridisch onderzoek merkt hij op dat het er naar uit
ziet dat er geen extra kosten mee gemoeid zijn, daar de nota intern wordt
opgesteld. Hij denkt dat men met die nota over voldoende informatie beschikt
om tot een duidelijke oplossing te kunnen komen, waarmee beide partijen kunnen
leven.
Namens de V.V.D-fractie stelt de heer Hoekwater de volgende vraag: "Met het
doel het aantal en de diverse typen speelautomaten c.q. gokmachines in openba
re gelegenheden binnen een gemeente zoveel mogelijk te kunnen beperken, zijn
in een aantal gemeenten of met de Vereniging Automatenhandel Nederland (VAN)
convenanten afgesloten, of is aan het gemeentelijk speelautomatenbeleid zoda
nig vorm gegeven dat er bijvoorbeeld in een hoogdrempelige horecagelegenheid
één gokautomaat aanwezig mag zijn en in een laagdrempelige horecagelegenheid
en in club- en buurthuizen geen.
Hierbij kan worden aangetekend dat bijvoorbeeld in de gemeente Breda de zoge
naamde piek-machine na 1 januari 1994 niet meer is toegestaan.
Kunt u aangeven of u voornemens bent een beleid met betrekking tot deze mate
rie te ontwikkelen dat tegemoet komt aan de wens van onze fractie om te komen
tot eerdergenoemde verdeling van 1-0-0?"
De voorzitter geeft aan dat in Willemstad het beleid wordt gevoerd dat de
horecagelegenheden die een verzoek indienen voor het plaatsen van gokmachines
in hun gelegenheid in principe vergunning krijgen voor het plaatsen van
maximaal twee machines.
Verder merkt hij op dat er één horecagelegenheid is waar drie speelautomaten
staan opgesteld.
Die situatie dateert echter nog uit een periode voorafgaande aan het huidige
beleid.
Ik heb met de ondernemer van die horecagelegenheid gesproken en die heeft aan
gegeven best bereid te zijn om het aantal automaten tot twee terug te brengen,
aldus de voorzitter.
Ter verduidelijking van het begrip "piek-machine" geeft de voorzitter aan dat
zo'n machine onregelmatige uitkeerperioden kent.