16 maakt. In feite spelen er aangaande deze materie een tweetal zaken, aldus de heer Munters. In de eerste plaats is er in de loop der jaren een belangrijke organisatie omtrent de inzameling van het oud papier opgebouwd, welke organisatie bijna dag en nacht met de inzameling bezig is. In aansluiting hierop zegt hij: "Die organisatie heeft in het verleden heel wat resultaat geboekt. In 1992 is er ongeveer 60.000 kilogram papier meer opgehaald dan in 1989. Indien als gevolg van de lage prijzen de genoemde organisatie weg zou vallen, zou dat betekenen dat er een gat ontstaat wat betreft de inzameling van oud papier dat voor hergebruik wordt gebruikt. Het zou bijzonder jammer zijn indien de organisatie weg zou vallen, daar de heropbouw van zo'n organisatie weer jaren in beslag zal nemen." Als tweede kwestie wijst hij op de hoeveelheid oud papier. Hoewel het een landelijk probleem is, neemt hij daarbij het streekgewest als voorbeeld. Willemstad zamelt ruim 200.000 kilogram oud papier per jaar in. Dat is onge veer 1/80 deel van de totale hoeveelheid van het streekgewest, aldus de heer Munters. Een eenvoudig rekensommetje leert dat in geval van storten toch 16.000 kubieke meter afval meer op de vuilstortplaats Kragge 2 wordt aangebo den dan momenteel is voorzien. Aansluitend zegt hij: "Een en ander betekent dat je elk jaar een stuk grond met een oppervlakte van een hectare anderhalve meter ophoogt met oud papier." Verder geeft hij aan dat het college wil proberen om voor de papierinzamelaars een soort garantie af te geven voor de maand april 1993. Op 22 april 1993 zal er een ambtelijk overleg op streekgewestelijk niveau plaatsvinden met betrek king tot de oud papier-perikelen. Er zijn acties gaande om via coöperatieve kanalen het oud papier af te zetten bij de papierverwerkende fabrieken, aldus de heer Munters. Met enige voorzichtigheid geeft hij aan dat het er naar uitziet dat dat een besparing op zou kunnen leveren van 3 a 4 cent. In aanvulling hierop zegt hij: "Als we van de tot nu toe verstrekte 10 cent uit blijven gaan, zou dat betekenen dat er voor de inzamelaars weer een voor delig saldo van 4 cent boven tafel komt. Ik kan me indenken dat dat de inzame ling weer aantrekkelijk maakt. Het zijn op dit moment echter allemaal nog veronderstellingen, welke beslist nog niet door keiharde gegevens onderbouwd zijn. Het college stelt voor om de inzamelaars de toezegging te doen dat door de gemeente een bepaald bedrag wordt gegarandeerd voor de maand april 1993. De raad kan in deze dan hoogstwaarschijnlijk in de raadsvergadering van mei 1993 een voorstel tegemoet zien, daar met deze kwestie geld gemoeid is. Als we niks doen, vloeien er twee van de drie inzamelaars af en ik denk dat de derde dan heel snel zal volgen." De heer Munters begrijpt dat de raad in kan stemmen met het streven om de bestaande inzamelstructuur te handhaven. De voorzitter geeft aan dat momenteel in feite de aan de scholen verstrekte subsidie voor de inzameling van oud papier bij de papierhandel terecht komt. Hij heeft daar principieel enig bezwaar tegen. Indien de subsidie wordt opgetrokken tot bijvoorbeeld 15 cent in plaats van de huidige 10 cent, betekent dat dat er in de willemstadse situatie een bedrag van ongeveer f 10.000,bij moet, aldus de voorzitter. Dat bedrag is niet zomaar tevoorschijn te halen. Hij geeft aan dat heel zorgvuldig met de kwestie zal worden omgegaan en dat de wederzijdse belangen goed in de gaten zullen worden gehouden.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1993 | | pagina 79