10 deze zaak tot op dit moment reeds is verstreken. Als dit uitstel met zich mee brengt dat een bedrijf, dat afhankelijk is van seizoenteelt, hiermee een jaar zijn plannen moet doorschuiven, dan vind ik dat wat al te gortig. Gezien het feit dat we hier op dit moment enigszins ad hoe politiek bedrijven en beleid maken, verzoek ik u de vergadering voor enige tijd te schorsen, zodat er even intern overleg kan plaatsvinden." De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Driesprong zegt: "Overwegende dat het in de landbouw niet zo floris sant gaat, met name in de akkerbouw niet, en we een jonge ondernemer hebben, die zijn nek uit wil steken om door middel van een productwijziging een renda bel bedrijf in de agrarische sector te realiseren, juichen we het initiatief toe. We zullen bestuurlijk zeker geen obstakels opwerpen daar waar dat niet nodig is. Wij gaan dan ook accoord met uw voorstel om een voorbereidingsbesluit ex arti kel 21 WRO te nemen. Wij maken echter één restrictie, welke nu kennelijk nog niet aan de orde is, doch welke in de toekomst, gezien de aard van het bedrijf, zeker een rol kan gaan spelen. Mocht er te zijner tijd een verzoek komen om op deze locatie de bouw van kassen te realiseren, welke realisering gezien de relatie met bloemen heel realistisch lijkt, dan zal onze fractie daar geen medewerking aan verlenen." De heer De Witte zegt, met alle begrip voor het standpunt van de C.D.A.-frac tie: "We willen ook zeker geen obstakels opwerpen, maar gezien de aard van de materie en de nog te volgen procedure weten we niet wat een en ander op ter mijn zou kunnen betekenen. De heer Driesprong noemde al als voorbeeld de rea lisering van kassen. Misschien zijn er nog wel meer voorbeelden te bedenken. En daar hadden wij nu juist in de commissie algemene bestuurlijke zaken over leg over willen voeren zonder direct tot een beslissing te hoeven komen. Ik zou er alle medewerking aan kunnen geven om de artikel 19 WRO-procedure zo snel mogelijk te voeren. Ik heb begrepen dat een en ander, gezien onder andere de inspraakprocedures, niet in één vergadering is rond te breien. Dus om nu al deze beslissing op basis van deze gronden te nemen, gaat mij iets te ver. Als wij nu een voorbehoud maken, weet de betrokken ondernemer nog steeds niet waar hij aan toe is. Als ik nu al "ja" zeg, zullen er, ondanks mogelijk te vermelden restricties, bezwaren boven het hoofd van de ondernemer hangen. Ik wil liever van die bezwaren op de hoogte zijn voordat ik "ja" of "nee" tegen het voorstel zeg. Gezien het voornoemde kan ik zodoende niet met het voorstel accoord gaan." De heer Hoekwater geeft aan in de commissie algemene bestuurlijke zaken graag een discussie te willen voeren over de eventuele mogelijkheid van kassenbouw in samenhang met de relatie tussen het kernrandgebied en het nog te wijzigen bestemmingsplan Buitengebied". Mogelijk steken er, zoals door de heer De Witte reeds is aangegeven, ook nog andere zaken de kop op, aldus de heer Hoekwater. En dat behoeft een discussie. Hij vindt het zodoende niet juist om nu al een beslissing te nemen en blijft daarom bij zijn standpunt om deze aangelegenheid te verdagen tot de volgende raadsvergadering, zodat eerst uitvoerig over een en ander kan worden gediscus sieerd in de commissie algemene bestuurlijke zaken. Antwoord 2e termijn.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1993 | | pagina 73