9
8Herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied" ten behoeve van de vestiging
van een nieuw agrarisch bedrijf op het perceel sectie F nummer 33, gelegen aan
het Steenpad.
Ie termijn.
Namens de P.v.d.A.-fractie en, naar hij denkt, ook namens de overige raads
fracties geeft de heer De Witte aan dat het hem ontgaat waarom het voorstel
niet eerst in de commissie algemene bestuurlijke zaken is behandeld. Hij
vraagt waarom er eventueel een "haast-procedure" met betrekking tot het voor
stel gevolgd moet worden.
Verder zegt hij"Omdat we via dit stuk voor de sub-bestemming "agrarisch
kernrandgebied" een beslissing nemen, zetten we in feite al de deur open om
wat normen vast te leggen voor het nieuwe bestemmingsplan "Buitengebied". Ik
zou het op prijs stellen indien het stuk, met alle consequenties van dien, in
de commissie algemene bestuurlijke zaken zou worden besproken, alvorens de
raad een beslissing moet nemen."
Namens de V.V.D.-fractie geeft de heer Hoekwater aan accoord te kunnen gaan
met hetgeen de heer De Witte heeft gezegd.
Antwoord le termijn.
De heer Munters zegt: "Wanneer de raad deze beslissing neemt, zullen wij ons
als goede democraten daar bij neer moeten leggen, hoewel ik een en ander be
treur.
Op de vraag over het waarom van de "haast-procedure" geeft hij aan dat bekend
is dat deze aangelegenheid al ruim twee jaar slepende is.
Vrij recent is een voorlopig groen licht verkregen van de provincie. De be
treffende ondernemer zit te springen om een reactie, zodat hij voor het win
terseizoen de bouwactiviteiten ook werkelijk uit kan voeren. Wetende dat met
een en ander, ook met de te volgen artikel 19 WRO-procedure, nogal wat tijd
gemoeid is, vindt het college het bijzonder jammer dat de beslissing van de
raad wordt uitgesteld, aldus de heer Munters.
2e termijn.
De heer De Witte geeft aan dat een en ander, daar de zaak al zo lang sleept,
al in de vergadering van de commissie algemene bestuurlijke zaken van 25 maart
1993 besproken had kunnen worden.
Hij zou het betreuren indien bij de nog te volgen artikel 19 WRO-procedure
door de dan geldende omstandigheden misschien "nee" verkocht zou moeten wor
den, terwijl nu met het voorliggende voorstel accoord wordt gegaan. Om dat
probleem voor te blijven, wil hij het voorstel eerst in de commissie algemene
bestuurlijke zaken bespreken.
Namens de C.D.A.-fractie geeft de heer Driesprong aan dat het geluid van de
andere raadsfracties hem eerst alleszins logisch in de oren klonk. De toelich
ting van de heer Munters werpt voor zijn fractie echter toch een wat ander
licht op de zaak.
Aansluitend zegt hij: "We weten allemaal hoe moeilijk de akkerbouw het op dit
moment heeft. Ik neem vanavond voor het eerst kennis van de termijn welke in