21 herinrichting van de Achterstraat. Aansluitend zegt zij: "Als u dat inderdaad ook erkent, waarom verwoordt u dat dan met in het besluit door een toevoeging te doen bij punt 2, waar u aan geeft het besluit van 2 7 oktober 1992 onverkort te handhaven. Kunt u Gaar dan niet aan toevoegen: "met inachtneming van het advies van de commissie" Antwoord 2e termijn. De heer Munters zegt: "Als het om die laatste regel gaat, zeggen we graag toe dat die toegevoegd wordt." Aangaande de herinrichting merkt hij vervolgens op dat zeker bekeken zal wor den of bepaalde plaatsen uitnodigen tot verkeerd parkeren. Er zal niet worden geschroomd om de mogelijkheid van verkeerd parkeren weg te nemen, aldus de heer Munters. Het is bekend dat de aanwezigheid van alleen een verbodsbord geen effect heeft. Het parkeren zal onder andere met palen onmoge lijk moeten worden gemaakt om de gewenste situatie te kunnen bereiken. Hij hoopt dat vanaf dat moment de overlast voor de bewoners in de Achterstraat tot een minimum beperkt zal blijven. De voorzitter verwijst in reactie op de opmerking van mevrouw De Wit aangaande de vermelding van het advies als onderdeel van het besluit naar punt 3 van het besluit. In feite vormt het pré-advies, naar de mening van de voorzitter, daarmee een integraal geheel met het besluit. De heer Kamp zegt in reactie hierop: "Tijdens het vooroverleg bleek dat dat wel de bedoeling was, maar als je de zaken goed leest moet je toch concluderen dat dat niet het geval is, daar er bij punt 2 staat dat het besluit onverkort wordt gehandhaafd, zonder enige toevoeging. En vervolgens wordt er een bijlage aangehangen. Meer staat er niet in het besluit. Als het dus inderdaad de bedoeling is om een en ander onderdeel van het be sluit te laten zijn, moet die verbinding, welke er op dit moment niet is, worden gelegd." De voorzitter geeft, de woorden van de heer Kamp gehoord hebbende, aan dat een en ander aan het besluit zal worden toegevoegd. 3e termijn. In reactie hierop zegt de heer Groeneveld namens de C.D.A.-fractie: "Maar we hebben destijds bij het besluit de materie betreffende de Achterstraat toch al in de discussie betrokken. En dat besluit staat nog steeds vast." Antwoord 3e termijn. De voorzitter weet niet of bij het toen genomen besluit in dezelfde zin als nu een pré-advies is gevoegd. Als dat niet het geval is, levert dat een gebrek op, aldus de voorzitter. Hij denkt dat het het beste is om de toevoeging aan te brengen. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met in achtneming van het advies van de commissie, de Arob-bezwaarschriften ingekomen tegen het raadsbesluit tot wijziging van het bestemmingsplan "Vesting Willem stad" ten behoeve van de vestiging van een supermarkt op het perceel kadas traal bekend gemeente Willemstad sectie E nr. 1213 (ged.), gelegen aan de

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1993 | | pagina 49