13
De heer De Witte vervolgt met de opmerking dat hij er zeker aan hecht dat,
indien Heeren Vuilverbranding in het gehele plan wordt meegenomen, die instan
tie moet voldoen aan alle normen, welke voor een afvalverbrandingsoven geiden
en dan ook zeer zeker op tijd.
In aansluiting daarop zegt hij: "Ik wil er meteen ook nog even bij zeggen dat
daardoor al dan niet een inkomstenbron voor onze gemeente aanwezig zal zijn.
Dat vind ik dan niet in het voorstel terug, maar dat is even terzijde.
Verder kunnen wij met het voorstel instemmen."
Aangaande kledinginzameling geeft hij aan dat hij in de commissie openbare
werken verzocht heeft om voorlichting over de kledinginzameling te geven. Hij
heeft nog geen voorlichting in deze gezien en vraagt zodoende of het college
alsnog bereid is om voorlichting te geven.
Namens de V.V.D-fractie geeft de heer Boertjes aan dat het op zich een goede
zaak is dat de afvalscheiding bij de bron moet gaan plaatsvinden om de afval
stromen meer te kunnen gaan structureren.
Je zou verwachten dat afvalscheiding tot verlaging van de kosten zou leiden,
doch dat blijkt niet het geval te zijn. Dat geeft een tegenstrijdig gevoel,
aldus de heer Boertjes.
Hij denkt dat middels de gemeentelijke voorlichtingspagina de resultaten van
de gescheiden inzameling onder de aandacht van de burgers kunnen worden ge
bracht, hetgeen mogelijk tot stimulering van gescheiden inzameling kan leiden.
Verder geeft hij aan uit publicaties te hebben begrepen dat er op dit moment
al problemen zijn met de afzet van compost afkomstig van gft-afval. Hij vindt
dat een zorgelijke zaak.
Men had bepaalde plannen voor de afzet van compost, doch op dit moment spreekt
men al van een overproductie van 150.000 a 200.000 ton, aldus de heer Boer
tjes, daar men niet weet waar men met het compost moet blijven.
Hij geeft in aansluiting hierop aan dat men zich wel moet realiseren dat mate
rialen afkomstig uit recycling gesleten moeten kunnen worden.
Hij kan zich overigens in het voorstel vinden.
Antwoord le termijn.
De heer Munters geeft aan dat het bekend is dat het erg moeilijk is om de
eerste stap te zetten op het gebied van afvalvermindering en -scheiding bij de
bron. Nog steeds neemt het aanbod van afvalstoffen jaarlijks toe.
Hij vindt dat men, wat gescheiden inzamelen betreft, op de goede weg is.
Eind 1993 zal het gft-afval apart ingezameld worden, aldus de heer Munters.
Verder geeft hij aan dat de kledinginzameling al apart gebeurt. Wat de resul
taten van die inzameling betreft, is bekend dat er behoorlijk wat kleding
wordt aangeboden. Hij heeft echter nog geen cijfers tot zijn beschikking,
welke aangeven dat de gescheiden inzameling van kleding leidt tot vermindering
van het aanbod van huishoudelijk afval. Redelijkerwijs gesproken, zou een en
ander echter invloed op het aanbod van huishoudelijk afval moeten hebben,
aldus de heer Munters.
Verder merkt hij op dat men elke twee jaar een evaluatie van het gewestelijk
uitvoeringsplan afvalverwijdering wil laten plaatsvinden. Hij denkt dat het
een goede zaak is dat men weet waar men mee bezig is en dat men, terugkijkend,
kan zeggen dat men door bepaalde maatregelen iets heeft bereikt of juist niet
heeft bereikt.
Vervolgens zegt hij: "Ik heb een beetje moeite met het rekenmodel. Een reken
model is aardig, maar dan moet je dat model af kunnen zetten tegen een alter
natief. En als wij per gemeente een alternatief aandragen dan denk ik dat dat
niet zoveel zoden aan de dijk zet, want de alternatieven die er zijn moet je
