4 een voorlopig rapport, doch dat rapport zal toch voor een groot deel het eind plaatje bevatten. Verder is het de bedoeling dat er op 26 april 1993 in het gemeentehuis van Willemstad een hoorzitting over het MER-rapport wordt gehouden. Daarbij zullen onder andere het gemeentebestuur van de reeds genoemde gemeenten, provinciale staten-leden, milieu-groeperingen en andere belanghebbenden worden uitgeno digd. Verder geeft hij aan dat het de bedoeling is dat in september 1993 het defini tieve MER-rapport verschijnt. Daarnaast merkt hij op dat het verder de bedoeling is dat zowel de provincie Zuid-Holland als de provincie Noord-Brabant voor het eind van 1993 hun streek plan aanpassen, daar de nu geldende streekplannen geen ruimte bieden voor de aanleg van een baggerspeciedepot in het Hollandsch Diep. Ook zullen de betrokken gemeenten het verzoek krijgen om hun bestemmingsplan voor het buitengebied aan te passen. En als daaraan geen medewerking wordt verleend, zal, diverse geluiden horende, enige dwang worden gebruikt om toch tot de aanpassing van het bestemmingsplan over te gaan, aldus de heer Munters. Namens de V.V.D-fractie merkt de heer Boertjes op uit de woorden van de heer Munters te begrijpen dat de gedachte van de raad van de gemeente Willemstad aangaande een andere locatie voor het baggerspeciedepot niet tot de mogelijk heden behoort. Hij vindt een en ander jammer. Verder vraagt hij zich af of tijdens de op 26 april 1993 te houden hoorzitting door de raad van de gemeente Willemstad mogelijk een aanzet gegeven kan worden om het baggerspeciedepot op een andere plaats te realiseren. Hij begrijpt echter dat die kans klein is. Namens de P.v.d.A.-fractie geeft de heer De Witte aan dat hij zich voor kan stellen dat het college na de verschijning van de concept-MER een commissie, bestaande uit diverse leden van de gemeenteraad van Willemstad, bijeen roept om een visie op het concept-rapport op te stellen. Namens de C.D.A.-fractie merkt mevrouw In 't Veld op dat het ongeveer twee jaren geleden is dat de eerste signalen over het baggerspeciedepot in de raad van de gemeente Willemstad zijn opgevangen. Toen al is een grote zorg over de komst van het depot uitgesproken. Ook nu spreekt zij weer die grote zorg uit en verwijst daarbij naar de toekom stige ontwikkeling van Willemstad als toeristische trekpleister. Daarnaast geeft zij aan dat de gevaren voor de pleziervaart niet te verwaarlo zen zijn. Verder sluit zij zich aan bij het idee van de heer De Witte. De heer Munters geeft aan dat na afloop van de informatiebijeenkomst de porte feuillehouders milieu van de 4 betrokken gemeenten al even rond de tafel heb ben gezeten. Er is afgesproken dat na de verschijning van het concept-rapport de koppen bij elkaar zullen worden gestoken om te bekijken of gezamenlijk een vuist kan worden gemaakt, daar men gezamenlijk waarschijnlijk sterker staat dan alleen, aldus de heer Munters. Tijdens de informatiebijeenkomst heeft de heer Munters, met name de gedepu teerde van de provincie Zuid-Holland, gewezen op de vele vaarbewegingen vanuit de gemeentelijke haven. Er doen per jaar tussen 110.000 en 130.000 passanten de haven aan, hetgeen betekent dat er tussen 250.000 en 300.000 vaarbewegingen per jaar plaatsvinden. De vaste ligplaatshouders zijn in dit geval nog niet eens meegeteld, aldus de heer Munters.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1993 | | pagina 32