8
door de afdeling milieu van de gemeente Roosendaal zal worden gecontroleerd.
Als blijkt dat het bedrijf in strijd met de voorschriften handelt, zal er
proces-verbaal worden opgemaakt, aldus de heer Munters.
Het bedrijf zal vanaf nu dus op twee manieren worden gecontroleerd, namelijk
middels politietoezicht en middels controle door het handhavingsteam van het
streekgewest
Namens de V.V.D.—fractie merkt de heer Hoekwater in reactie hierop op erg
verheugd te zijn met het feit dat ook de fractie van het C.D.A. de vraag van
zijn fractie heeft overgenomen en nog eens extra aandacht voor een en ander
heeft gevraagd. Het verbaast hem echter wel dat de C.D.A.-fractie de kwestie
voorlegt aan haar eigen wethouder. Hij veronderstelt namelijk dat deze kwestie
al in het fractie-overleg van het C.D.A. is aangekaart en beantwoord.
De heer Moerland merkt op dat er hier in de raadszaal politiek wordt gevoerd
en niet in de fractiekamer.
De heer Hoekwater merkt vervolgens op dat men een vraag moet stellen om iets
te bereiken en niet om het stellen van de vraag op zich. Hij vraagt de C.D.A.-
fractie zodoende of de vraag is gesteld om de wethouder tot spoed aan te zet
ten. Toen mijn fractie destijds namelijk deze kwestie opwierp, kregen wij de
zelfde reactie als hedenavond, aldus de heer Hoekwater.
Hij verneemt tot slot graag of het college bereid is om zelfs tot bestuurs
dwang over te gaan om de problematiek te verhelpen.
De voorzitter geeft aan dat in de gemeenteraad politieke uitspraken worden
gedaan en besluiten worden genomen. Hij denkt dat het goed is om zaken als
deze in de openbaarheid te bespreken en niet in achterkamertjes.
De heer Munters geeft aan dat de opmerking, dat het C.D.A.-fractieberaad geen
mini-raadsvergadering is, juist is. Als er vragen leven dan worden die in de
openbaarheid gesteld en als het even kan ook beantwoord, aldus de heer Mun
ters
Op de vraag of bestuursdwang wordt toegepast, antwoordt de heer Munters dat
hij denkt dat men dan in eerste instantie toch op het vlak van de politie zit.
De rechter zal de gevolgen van het proces-verbaal bepalen, aldus de heer Mun
ters. Als de ondernemer niet aan de bepalingen van de rechter wil voldoen, zal
het college zich beraden over verder te nemen stappen. Het is voor hem nu nog
wat vroeg om daar al een duidelijke uitspraak over te doen.
Namens de C.D.A.-fractie stelt de heer Groeneveld vervolgens de volgende
vraag: "Voor de vervaardiging van het herdenkingsmonument 1793 is een provin
ciale subsidie aangevraagd. Op 30 november 1992 hebben de gedeputeerde staten
het subsidieverzoek afgewezen. De beschikking is op 7 december 1992 bij u
binnengekomen. Tot op heden ontbreekt de beschikking op de lijst van ingekomen
stukken voor de raadsvergadering. Moeten wij hieruit concluderen dat, naar uw
mening, het schrijven van de gedeputeerde staten niet op de lijst van ingeko
men stukken thuishoort?"
De voorzitter geeft aan dat die conclusie niet behoeft te worden getrokken.
Naar zijn mening is het betreffende stuk in een vergadering van de commissie
algemene bestuurlijke zaken besproken.
Hij weet niet precies via welk circuit binnen het gemeentehuis het betreffende
schrijven thans loopt.
Hij zegt toe dat het betreffende schrijven op de lijst van ingekomen stukken