7 clame, kan wenden tot de reclamecodecommissie. Anderzijds, aldus de voorzitter, zou het college het contract met de leveran cier van de abri's op kunnen zeggen, doch dan moet men op zoek naar nieuwe abris. Verder geeft hij aan de aangehaalde reclame ook niet erg kies te vinden, doch de meningen kunnen in deze verschillen. De heer Moerland geeft aan dat op zijn minst de leverancier verzocht zou kun nen worden om deze reclame niet in de gemeente Willemstad aan te brengen. De voorzitter zegt hierop: "Als u dat vindt en aan de raad vraagt of hij het daar mee eens is, zou u daar als raad op kunnen reageren. Maar we hebben in Nederland vrijheid van meningsuiting, dus in formele zin kunnen we er heel weinig mee. Maar u zou als C.D.A.-fractie of als gemeenteraad kunnen reageren bij de reclamecodecommissie. Maar dan zult u de raad daar een uitspraak over moeten vragen." De heer Moerland verzoekt vervolgens om, als raad van de gemeente Willemstad, de klacht bij de eigenaar van de abri's te deponeren. Hij denkt dat dat het minste is wat men op dit moment kan doen. De voorzitter geeft aan dat de heer Moerland in dat geval in formele zin de raad om een uitspraak moet vragen, bijvoorbeeld middels een motie. De heer Moerland verzoekt de voorzitter om de vergadering te schorsen. De voorzitter schorst vervolgens de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Moerland geeft aan in deze geen motie in te dienen. Wel zullen wij als fractie van het C.D.A. bij de betreffende ondernemer bezwaar indienen tegen dit soort reclames, aldus de heer Moerland. Namens de C.D.A.-fractie stelt de heer Moerland daarna de volgende vraag: "In het verleden heeft met name de fractie van de V.V.D. herhaaldelijk vragen gesteld naar aanleiding van de situatie bij een bedrijf aan de Helsedijk. De overlast die dit bedrijf veroorzaakt, met name opslag langs de openbare weg, is in strijd met de hinderwetvergunning. Ondanks herhaalde vragen in deze raad is er nog nooit iets aan deze situatie veranderd. Welke stappen heeft het college in het verleden reeds genomen en welke stappen is het college in de toekomst van plan te gaan nemen?" De heer Munters geeft aan dat in het verleden de afdeling milieu van de ge meente Roosendaal c.a., welke afdeling binnen het streekgewest bijstand ver leend op milieugebied, een en ander heeft bekeken. Het bedrijf is door die afdeling getoetst op na te komen verplichtingen in het kader van de hinderwet. Het blijkt niet geoorloofd te zijn om kleding langs de openbare weg op te slaan. Ook de politie is van de situatie op de hoogte gesteld en verzocht om in deze een controlerende functie uit te voeren. Dit alles heeft echter niet tot het gewenste resultaat geleid, aldus de heer Munters De problematiek is nu opgenomen in het regionale handhavingsprogramma van het streekgewest. Een en ander betekent dat het bedrijf met een bepaalde regelmaat

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1993 | | pagina 25