17 gaan treden als een soort stadswacht aan de ingang van Willemstad." Verder geeft hij aan van mening te zijn dat er vooraankondigingsborden moeten worden geplaatst. De heer Kamp is met deze kwestie bezig, aldus de voorzitter. Vervolgens geeft hij aan dat de raad in januari 1994 de gelegenheid krijgt om met de politie over deze kwestie en de prioriteiten van de politie te spreken. Tot slot merkt hij op dat de politie volstrekt geen aandacht heeft voor dit soort zaken en dat, indien de politiek daaraan iets wil veranderen, bestuur lijke maatregelen zullen moeten worden genomen. De heer Moerland zegt: "Het verbaasd mij dat hetgeen u tegen de raad heeft gezegd en hetgeen wij hebben gehoord blijkbaar niet precies hetzelfde is ge weest. Maar goed, het zij zo en wij nemen het verder voor kennisgeving aan." De voorzitter denkt dat er best notulen te vinden zijn waar de toezegging van de politie in verwoord is. Ik heb ook nooit andere toezeggingen van de politie gekregen dan de toezegging voor de zondagmiddag tijdens het laatste staartje van het zomerseizoen, aldus de voorzitter. Dat toezicht tijdens die periode nooit nodig is geweest, is gelegen in het feit dat bij de werkelijke start van de afsluiting het zomer seizoen al voorbij was. Hij denkt echter dat het goed is dat deze kwestie onderwerp van gesprek zal zijn in het in januari 1994 te houden overleg met de politie. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter vervolgens onder dankzegging voor een ieders inbreng, de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Willem stad gehouden op 14 december 1993. 8. Sluiting de secretaris de voorzitter

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1993 | | pagina 231