12
De Witte.
Aangaande de passage "In samenwerkingsverband (via het milieu-bijstandscon
tract dus 0,15 uur (204 uur)." op pagina 3 van het voorstel zegt hij:
"Zijn er nog uren op te maken of lees ik iets verkeerd?"
Afgaande op de zinsnede "het aantal van 20 preventieve controles dient te
worden benaderd." en de zinsnede "In 1993 is hiertoe een aanzet gegeven, die
in 1994 zal worden voltooid;" op pagina 3 van het voorstel neemt hij aan dat
daarmee wordt voldaan aan de laatste verplichting die nog diende te gebeuren.
Vervolgens vraagt hij of het probleem, dat op het formulier geen verslagleg
ging heeft plaatsgevonden, inmiddels is opgelost.
Verder verzoekt hij om nadere uitleg te geven over de verhoging van ongeveer
600 uur technische milieu-bijstand.
Hij wil in deze graag weten of er ook rekening gehouden is met de beheersing
van dat aantal uren en de financiële gevolgen daarvan.
Antwoord le termijn.
De heer Munters geeft aan dat de bedrijven die een lozingsvergunning moet^^
hebben, zijn gewezen op het feit dat zij aan bepaalde eisen moeten voldoen.
We hebben bewezen dat we heel voor- en omzichtig met een en ander omgaan. Toen
zich namelijk een nieuw semi-horecabedrijf in de vesting vestigde, hebben we
dat bedrijf gewezen op het feit dat een vetvangput aangebracht moest worden,
aldus de heer Munters. Het bedrijf is geadviseerd de put tijdens de verbou
wingswerkzaamheden aan te brengen, daar de kosten voor het treffen van die
voorziening dan relatief goedkoop konden worden gehouden. We zijn er dus best
waakzaam op dat de bedrijven niet onnodig op hoge kosten worden gejaagd.
Verder merkt hij op dat door de algemene maatregel van bestuur heel wat be
drijven vrijgesteld zijn van een lozingsvergunning. Die bedrijven behoeven dan
ook geen problemen te verwachten.
Aangaande de verhoging van het aantal uren technische milieu-bijstand denkt
hij dat de realiteit gebiedt te zeggen dat het aantal uren waarschijnlijk niet
meer af zal nemen, hoewel het streven daar wel naar is.
Hij noemt als reden het feit dat de handhavingstaken steeds dringender op de
gemeente afkomen.
Op het moment dat alle bedrijven van de benodigde vergunningen zijn voorzien,
zal er een geringe achterstand zijn ontstaan op het gebied van de handhavingj^
taken, aldus de heer Munters.
Verder geeft hij in deze aan dat er op het gebied van het milieu telkens weer
andere eisen worden aangedragen, waardoor weer andere maatregelen moeten wor
den getroffen.
De heer Munters heeft het bange vermoeden dat de geraamde 1.000 uren structu
reel zullen worden. Hoewel ook hij van mening is dat daar een enorm
prijskaartje aanhangt, zal toch aan de door de rijksoverheid gestelde eisen
moeten worden voldaan.
Aangaande aansluiting op de riolering geeft hij vervolgens aan dat er ener
zijds een zeer klein aantal huishoudens is dat wel op de riolering aan zou
kunnen sluiten, daar de riolering binnen 40 meter van de woning aanwezig is,
maar dat dat niet gedaan heeft.
Anderzijds zijn de woningen en bedrijven aan de Oostdijk, de Noord- en Zuid-
langeweg, de Oost- en Westmiddelweg en een klein gedeelte van de Westdijk niet
aangesloten op de riolering, daar aldaar die voorziening niet aanwezig is,
aldus de heer Munters.
Volgens de heer Munters ziet het er naar uit dat er binnen enkele jaren een
verplichting komt om voorzieningen aan te brengen wanneer binnen een bepaalde
cirkel meer dan 3 of 4 huishoudens wonen. Hij denkt overigens dat het grootste