7
De heer Munters geeft, net als bij de laatste algemene beschouwingen, aan dat
N.V. Afvalsturing Brabant zich heeft ingedekt tegen de te plegen investeringen
voor de verbrandingsinstallatie op het industrieterrein Moerdijk.
Afvalsturing is bereid om een aantal verbrandingsovens te realiseren onder de
voorwaarde dat men verzekerd is van de aanlevering van afval, aldus de heer
Munters
Aansluitend merkt hij op dat de aanleverende gewesten een leveringsverplich
ting zijn aangegaan.
De door het streekgewest verplicht aan te leveren hoeveelheid huishoudelijk
afval bedraagt iets meer dan de helft van de hoeveelheid die momenteel door
het gewest op de vuilstortplaats Kragge 2 wordt gedeponeerd.
Zodoende behoeven we ons geen zorgen te maken over het niet na kunnen komen
van de aangegane verplichting, aldus de heer Munters.
Aangaande ingekomen stuk nummer 3 merkt de heer De witte op dat hij de in de
brief genoemde bijlagen niet heeft aangetroffen.
Hij vraagt verder of er een nieuw stortreglement is.
Vervolgens geeft hij aan met name getroffen te zijn door de zinsnede "nadere
voorstellen van de tarieven af te wachten" onder punt c van de brief en vraagt
hij zich af wat de gewestraad nu precies besloten heeft.
Wat zijn de eventuele gevolgen voor de tarieven in de gemeente Willemstad,
aldus de heer De Witte.
De heer Munters geeft aan dat hij voor informatie in deze slechts de verslagen
van de gewestraadsvergaderingen tot zijn beschikking heeft.
Verder merkt hij op dat bekend is dat het tarief voor het aanbieden van huis
houdelijk afval verhoogd zal worden tot een bedrag van f 120,per ton voor
het komende jaar.
En voor bedrijven zal daar nog een "x-bedrag" bovenop komen, aldus de heer
Munters
Hij moet op dit moment het antwoord schuldig blijven op de vraag wat onder de
nadere voorstellen van de tarieven moet worden verstaan.
Ds voorzitter geeft aan dat de heer De Witte over dit laatste punt nog nader
zal worden geïnformeerd.
De heer De Witte weet niet goed wat hij met een ingekomen stuk als dit aan
moet. Hij begrijpt overigens dat de heer Munters met hetzelfde probleem kampt.
Ik denk niet dat dat een goede zaak is, aldus de heer De Witte.
De voorzitter geeft aan dat de bij dit stuk behorende relevante bescheiden ter
inzage hebben gelegen bij de agenda van de gewestraadsvergadering van 2 5 okto
ber 1993.
De nu gestelde vragen komen aan de late kant. U heeft de gelegenheid gehad om
de volledige agenda met bijbehorende stukken door te nemen. Die gelegenheid
heeft u kennelijk voorbij laten gaan.
Ik heb er eigenlijk een beetje moeite mee om dan nu aan de hand van het door
de gewestraad genomen besluit op deze zaak terug te komen, aldus de voorzit
ter. Ik hoor die opmerkingen graag vóór de gewestraadsvergadering, zodat wij
er dan nog wat mee kunnen doen.
De voorzitter is overigens bereid alsnog de gelegenheid te bieden om kennis te
nemen van de stukken van de gewestraadsvergadering van 25 oktober 1993.
De heer De Witte wijst nogmaals op de reeds door hem aangehaalde zinsnede en