6 het industrieterrein Moerdijk. Verder geeft hij in deze aan het volstrekt met het college eens te zijn dat de gemeente Standdaarbuiten bij een combinatie waarbij ook de gemeente Willemstad en de gemeente Fijnaart c.a. betrokken is, beslist niet moet worden uitgeslo ten. Ik heb alleen betoogd dat ik parallel wilde lopen met het tot op dit moment bekende standpunt van de gemeente Fijnaart c.a., aldus de heer Hoekwater. De heer De Witte sluit zich aan bij de opmerking dat men niet tegen windmolens moet vechten indien blijkt dat een zelfstandig Willemstad beslist niet haal baar is. Vervolgens haalt hij de passage "Inmiddels is ons uit zeer betreuren." op pagina 5 van het collegevoorstel aan en zegt: "Dat is een inschatting van de standpunten die links en rechts zijn vernomen, maar niemand heeft u een en ander echt verteld. Ik denk dus dat het gevecht tegen de windmolens pas moet stoppen op het moment dat echt gezegd wordt dat er geen draagvlak voor het behoud van zelfstandiaj| heid is." De voorzitter geeft aan dat de gedeputeerde staten een en ander inmiddels hebben aangegeven in de hoofdlijnennotitie. De heer De Witte vervolgt met: "Niet helemaal, want ik begrijp dat de gedepu teerde staten een voorstel hebben gedaan waar door de gemeente nog op gerea geerd kan worden en wel aanstaande vrijdag." Hij heeft er geen behoefte aan om naar de voorkeuren van omliggende gemeenten te kijken. Hij is van mening dat daar pas naar gekeken moet worden als het definitieve standpunt van de gedeputeerde staten bekend is. Verder heeft hij er geen zin in om het werk van de commissie Schampers over te doen en dus allerlei nieuwe alternatieven aan te dragen. Hij sluit overigens niet uit dat er op basis van de inbreng van vrijdag 5 november 1993 misschien nog een ander alternatief komt. In dat geval kan men dan alsnog kijken of men er goed mee uit de voeten kan, aldus de heer De Witte. Tot slot geeft hij aan van mening te zijn dat de uitdrukking "herziening standpunt" op pagina 5 van het collegevoorstel verkeerd is gekozen. JÊ Wij herzien ons standpunt niet maar wij aanvaarden de gevolgen van de besluit vorming, aldus de heer De Witte. De heer Driesprong concludeert dat het standpunt van de P.v.d.A.-fractie over eenkomt met het standpunt van zijn fractie. Het standpunt van de V.V.D.-fractie wijkt daarentegen wat meer af, aldus de heer Driesprong. Verder zegt hij: "De V.V.D.-fractie betrekt bij haar keuze groot Zevenbergen. Daarbij wordt als argument aangevoerd dat er op die manier een grote en krach tige gemeente ontstaat, welke onder andere een zekere mate van verzekering biedt voor de instandhouding van ons culturele erfgoed. Ook is het feit dat het streekarchief in Zevenbergen is gevestigd een reden voor die keuze." De heer Driesprong wil de V.V.D.-fractie er graag op wijzen dat Zevenbergen met ongeveer 17.000 inwoners, Fijnaart c.a. met ongeveer 6.000 inwoners, Klun- dert met ongeveer 6.000 inwoners en Willemstad met ongeveer 3.000 inwoners een gezamenlijke grootheid vormen van 32.000 inwoners. Als Zevenbergen met 17.000 inwoners van in totaal 32.000 inwoners dus de abso lute meerderheid heeft in welke bestuurssamenstelling dan ook, aldus de heer Driesprong, dan moge het duidelijk zijn dat dat voor de C.D.A.-fractie in de

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1993 | | pagina 211