39
met 10% waren, hebben wij duidelijk aangegeven waarom wij vonden dat die
verhoging op dat moment te hoog was.
Verder heeft u vorig jaar kunnen lezen dat wij toen al hebben aangegeven
dat de voor dit jaar in de begroting geplande nul-optie niet realistisch
is.
U moet mijn fractie niet het verwijt geven dat mijn fractie altijd tegen
een verhoging van de onroerende-zaakbelastingen is, het tegendeel is
immers waar.
Vorig jaar hebben we al aangegeven dat hetgeen u deed niet reëel was.
Ik wil hier niet beschuldigd worden van oneigenlijke zaken."
De voorz:'-tter zegt vervolgens: "Niemand verwijt hier iemand iets want daar
worden geen goede dingen uit geboren.
Ik zeg alleen dat ik altijd gehoord heb dat de V.V.D.-fractie gepleit
heeft voor "de vervuiler betaalt", welk standpunt ik overigens ook huldig.
We kruipen nu overigens dicht naar die situatie toe.
Ik ben het volstrekt met u eens dat de burger een ontzettend hoog bedrag
aan belasting moet betalen. Alleen de verdeling is anders en ik dacht nu
juist dat de V.V.D.-fractie die verdeling aardig zou vinden, omdat die
fractie graag wil dat de vervuiler betaalt.
De heer Hoekwater reageert met: "Maar waar haalt u de opmerking "dat de
V.V.D.-fractie dat aardig zou vinden" vandaan. Ik begrijp die terminologie
geheel niet."
De voorzitter geeft aan dat de kreet "de vervuiler betaalt" een item van
de V.V.D. is.
De heer Hoekwater merkt op dat dat item ook door de P.v.d.A. en het C.D.A.
gedragen wordt en niet alleen door de V.V.D.
Daarmee worden we in een kwaad daglicht gesteld en dat wens ik te voorko
men, aldus de heer Hoekwater.
Tot slot geeft de voorzitter in deze aan dat hij niemand in een kwaad
daglicht wil stellen.
Vervolgens noemt de voorzitter met betrekking tot preventief toezicht op
investeringen van her in te delen gemeenten als voorbeeld het plegen van
structurele investeringen in automatisering.
Als er nu structurele investeringen worden gedaan, welke bij herindeling
niet ten goede komen aan de nieuwe gemeente, leidt dat tot kapitaalsver
nietiging, aldus de voorzitter.
Verder haalt hij in deze als voorbeeld aan dat de provincie op dit moment
gegarandeerd niet accoord zal gaan met de realisering van bijvoorbeeld een
sporthal in de gemeente Willemstad.
Aangaande de werkdruk en het achterwege laten van de restfranje geeft hij
aan dat al snel de discussie zal ontstaan wat nu franje en wat nu rest
franje is. Hij denkt dat die discussie maar een keer gevoerd moet worden.
De voorzitter geeft aangaande de ARBO-wet aan dat er voor de gemeente in
deze een wettelijk verplichte taak is weggelegd.
Zodoende zal de gemeente een en ander zeker op moeten pakken, aldus de
voorzitter.
Hij weet niet welke consequenties het realiseren van een vluchtplan voor