31
in de Noord-Westhoek zijn opgelost.
De praktijk is echter dat zo dat zich schijnbaar toch een situatie heeft
voorgedaan waarbij een overschrijding van de maximale aanrijtijd van 15
minuten is geconstateerd, aldus de heer Kamp. Overigens zullen we de
G.G.D. in deze om opheldering vragen.
Hij deelt de mening van de heer Moerland dat, indien blijkt dat niet aan
de eisen met betrekking tot de aanrijtijden wordt voldaan, heel hard aan
de bel zal moeten worden getrokken en de G.G.D. op zijn verplichtingen zal
moeten worden gewezen.
Betreffende de peuterspeelzalen merkt hij op dat hij in de commissie
cultuur, onderwijs, welzijn en volksgezondheid heeft toegezegd dat de
kosten van de beide peuterspeelzalen op een rij zouden worden gezet.
Hij zegt bij deze toe dat het totaalplaatje in deze bij de eerstkomende
vergadering van de voornoemde commissie zal worden overlegd.
Met betrekking tot de toeristisch-recreatieve ontwikkelingen geeft hij aan
dat er bij verschillende overheden en de Stichting Toeristische en
Recreatieve Ontwikkelingen (STER) belangstelling bestaat voor de in
Willemstad levende ideeën.
Er zal nog een bespreking plaatsvinden tussen een medewerker van de STER
en het college, aldus de heer Kamp. Vervolgens zal de zaak worden voorge
legd aan de Provinciale Planologische Commissie (PPC) om na te gaan of van
de zijde van de provincie groen licht kan worden verkregen voor de
ontwikkelingen.
Verder geeft hij aan dat voor deze tussenstap is gekozen omdat het college
er weinig voor voelt om kostbare plannen te ontwikkelen waarvan de
provincie later zegt dat zij planologisch niet mogelijk zijn.
Als de PPC groen licht geeft, kunnen we starten met de vervolgprocedure,
aldus de heer Kamp. De commissie algemene bestuurlijke zaken zal op dat
moment de stukken aangereikt krijgen zodat vervolgens besluitvorming in de
gemeenteraad kan plaatsvinden.
Bij interruptie vraagt de heer Driesprong of bij benadering het moment
aangegeven kan worden waarop deze kwestie in de commissie algemene
bestuurlijke zaken kan worden gebracht.
De heer Kamp geeft aan dat het overleg met de medewerker van de STER in
november 1993 zal plaatsvinden.
De discussie in de PPC zal daar heel snel op volgen, aldus de heer Kamp.
Het ligt zodoende in de lijn der verwachtingen dat een en ander binnen nu
en een half jaar mogelijk moet zijn.
Betreffende de drugs- en alcoholproblematiek geeft hij aan dat het
probleem door eenieder wordt onderkend en met grote zorg wordt bekeken.
De G.G.D. heeft een taak op het gebied van de gezondheidspreventie, welke
preventie zich overigens niet alleen tot de drugs- en alcoholproblematiek
beperkt, aldus de heer Kamp. Er is een beperkt budget voor de uitvoering
van totale takenpakket.
Vervolgens geeft hij aan dat tot nu toe de activiteiten, wat betreft de
drugshulpverlening, gedecentraliseerd plaatsvonden.
De gemeente Roosendaal c.a. en de gemeente Bergen op Zoom hadden in deze
een verantwoordelijkheid vanwege hun subregionale functie, aldus de heer
Kamp.
Volgens de heer Kamp is het, om tot een betere samenhang, afstemming en
sturing van het probleem te komen, noodzakelijk om deze zaak onder een