10
Een oproep om hieraan, in hun eigen belang, mee te werken richten wij dan
ook aan met name de horeca.
Dat dit voorlopig nog niet zal kunnen mag duidelijk zijn.
Wij vinden dan ook dat we de bovengrens van de subsidie dienen te handha
ven tot het moment dat uit de cijfers van de V.V.V. blijkt dat dit naar
beneden bijgesteld kan worden.
Uw antwoord aangaande het niet kunnen geven van een garantie dat er voor 1
januari 1994 een asielzoekerswoning beschikbaar kan zijn omdat "we
afhankelijk zijn van mutaties in het woningbestand", begrijpen wij niet.
Zeker niet als we uw argumentatie in uw aanvraag in de commissie algemene
bestuurlijke zaken met betrekking tot de partiële wijziging van het
bestemmingsplan "Kloosterblok, fase 2" lezen, waarin u stelt dat "deze
realisering noodzakelijk is om verschuivingen in de huursector te realise
ren zodat kan worden voldaan aan de aangegane verplichtingen in het kader
van de huisvesting van asielzoekers en statushouders". Gaarne alsnog een
antwoord
Wij maken ons grote zorgen of de kinderdagopvang vóór 31 december 1993
gerealiseerd zal zijn.
Indien dit niet zo zal zijn, vallen we dan buiten de subsidiepot?
Kan het college ons garanderen dat een en ander op zijn pootjes terecht
komt?
Uit uw antwoord betreffende minimabeleid maken wij op dat u niet voorne
mens bent een eigen minimabeleid op te stellen.
Gezien de aanstaande wijziging van raad en college zal dit, ons inziens,
een taak worden van de "nieuwe ploeg".
Wij zijn aangaande de Wet op de verbruiksbelastingen op milieugrondslag
met u van mening dat deze belasting wordt meegenomen in de tarieven van de
gemeente
Ook zijn we van mening dat bij een mogelijke meevaller dit verwerkt moet
worden in de tarieven van het daaropvolgend jaar. Zeker nu de grondslag al
is verhoogd van 90% naar 92,5%.
Onze vraag over de opbrengst van de verkoop van het dijkmagazijn ter
financiering van een nieuw K.C.A.-depot is eigenlijk niet beantwoord. U
gaat er vanuit. Zou dit met een taxatie en een begroting niet wat duide
lijker te maken zijn?
Wij ondersteunen uw gedachte dit pand een bestemming te geven welke past
in het toeristisch-recreatief karakter van de gemeente."
Betreffende de leefmilieuverordening zegt zij vervolgens: "De termijnen
waarin een en ander moet gebeuren zijn ons bekend. Daarover waren juist
onze vragen en onze kritiek.
De provincie heeft een bepaalde tijd om te reageren.
Onze vraag aan u is om de provincie te verzoeken er zo kort mogelijk over
te doen.
Ook wij zijn, wat betreft volkshuisvesting, voorstander van flexibiliteit
zolang daarmee de sociale woningbouw niet in het gedrang komt."
Aangaande 'financiering en algemene dekkingsmiddelen1 merkt zij op: "U
gaat niet in op zowel de stelling van de fractie van het C.D.A. om de
investeringen in omvang te "blokkeren" als op onze visie ten aanzien van