6 Wij blijven dus bij onze stelling in le termijn om ook in Willemstad het management meer op bedrijfseconomische principes te organiseren. Uw antwoord op het preventief toezicht van de provincie met betrekking tot uitgaven en investeringen voor her in te delen gemeenten is wat algemeen. Kunt u daarvan, zoals door ons in le termijn gevraagd, concrete voorbeel den geven?" Met betrekking tot 'belastingen en tarieven' zegt hij: "Uw bereidheid om u in te spannen om aan de inwoners van de gemeente te verklaren waarom belastingen en tarieven nodig zijn en waarom deze ook verhoogd moeten worden, verheugt ons. De verspreiding van de "Begroting in een oogopslag" moet zeker blijven. Waar wij in le termijn op doelden is dat, naast het verstrekken van statistische gegevens, ook in woord uitleg wordt gegeven. In uw antwoord betreffende fiscalisering van het parkeren aan de V.V.D.- fractie zegt u toe om dit te onderzoeken. Uit persberichten hebben wij begrepen dat u daar al weer van afziet. Kunt u aangeven wat u van plan bent te doen in deze? Indien u toch tot onderzoek besluit, wanneer denkt u de resultaten of voorstellen dan aan de raad aan te bieden?" Aangaande 'havengeld' merkt hij vervolgens op: "Dat het tarief voor schepen in de jachthaven per m2 scheepsmaat wordt berekend, is voor kleinere schepen niet gunstiger dan voor grote schepen. Op deze manier is het gewoon gelijk maar indien de boxmaat wordt vergroot, zodat daar bij voorkeur grote schepen afmeren of het kleine schip voor de grote boxmaat moet betalen, is de gelijke behandeling weg. Wij vernemen graag uw visie ter zake. Dat de verhoging van het havengeld nodig is voor noodzakelijke toevoeging aan de onderhoudsreserve, is nog geen antwoord op onze vraag of deze verhoging in de "markt" haalbaar is. Dit onderzoek bent u wel van plan uit te voeren voor tarieven voor terrassen en standplaatsen. Kunt u aangeven waarom voor het één wel en voor het ander niet? Voor betrokkenen, met name terras- en standplaatshouders, lijkt het niet prettig in onzekerheid hieromtrent te verkeren. Het lijkt ons dat een tariefstijging van 10% voor terras- en standplaats houders haalbaar is." Met betrekking tot reservebeleidzegt de heer De Witte: "U constateert dat de reserves ten opzichte van vorig jaar niet stijgen maar dalen. Daarin heeft u gelijk. Met vorig jaar bedoelden wij in deze het verschil tussen 31 december 1993 en 31 december 1994, waar het saldo stijgt van f 6.896.233,naar f 7.332.924,Zie daarvoor bladzijde 109 en bladzijde 110 van de begrotinq 1994. Zoals u zult begrijpen blijven wij bij ons standpunt dat de gemeente geen bankinstelling behoort te zijn. Onze reservepositie is hoog, misschien goed te noemen. Zie onze opmerkingen met betrekking tot de omvang ten opzichte van de ons omringende gemeenten. De "vrije" reserve per 1 januari 1994 is volgens ons f 899.972, De overige reserves van de algemene dienst zijn "vastgelegd" in verband met de benodigde rente daarvan voor de algemene dienst.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1993 | | pagina 168