20 Zij gaat accoord met het voorstel. De heer Moerland wijst er op dat er, om over te gaan tot fysieke afsluiting, geen nieuw besluit nodig is. De fysieke afsluiting is een ondersteuning van het besluit dat heden wordt genomen, aldus de heer Moerland. De voorzitter beaamt dat. Hij geeft vervolgens aan dat de fysieke afsluiting een gevolg van het besluit van heden kan zijn. Dat neemt niet weg dat met een fysieke afsluiting een paar centen gemoeid zijn en voor het beschikbaar stellen van die centen moet de raad weer ten tonele verschijnen, aldus de voorzitter. De heer Moerland vervolgt met de opmerking dat er een aantal mensen zijn die, wat betreft de kosten van de fysieke afsluiting, de laatste weken enigszins verbaasd op hebben gekeken, hoewel er op 25 april 1991 door het college toch - reeds een bedrag is genoemd van minimaal f 160.000, Hij wil op een en ander echter niet te diep ingaan, met name daar hij zojuist van de voorzitter heeft begrepen dat de voorzitter geen problemen heeft met een afsluiting middels slagbomen, indien blijkt dat de motorvoertuiggebruikers zich niet houden aan de regels van de bebording. Met betrekking tot de evaluatie geeft hij vervolgens aan heel bewust de maand februari 1993 te hebben genoemd. Hij zou graag willen dat de heer Kamp daarin mee zou gaan omdat de maand maart voor het seizoen vrij laat is en omdat er in die maand nog meer op stapel staat. Hij denkt dat het eerlijker is om de huidige gemeenteraad nog de be slissing te laten nemen in plaats van de volgend jaar nieuw aan te treden raad. Aangaande de motoren denkt hij dat de raad gewoon eens even af moet wachten hoe een en ander zich verder ontwikkelt. Hij is van mening dat daar op dit moment geen voorstellen over moeten worden gedaan. Tot slot vraagt hij welke taken het college vanaf heden ziet weggelegd voor de ad-hoc commissie. Hij neemt aan dat de ad-hoc commissie na vanavond niet wordt opgeheven. Antwoord 2e termijn. De voorzitter geeft aan dat hij niet tegen fysieke ondersteuning van het be sluit zal zijn indien blijkt dat de bebording totaal geen effect heeft. Indien 10% van de verkeersdeelnemers zich niets van de bebording aantrekt, is men 90% van de problemen kwijt, aldus de voorzitter. Om ook die 10% nog kwijt te geraken is de te plegen investering, naar mijn mening, op dit moment te hoog. Ik heb een en ander overigens ook al in de commissie algemene bestuur lijke zaken naar voren gebracht. Verder zegt hij: "Ik heb ook gezegd en ik wil dat graag in herinnering bren gen, dat zo het er nu voorstaat de lasten, welke ontstaan als gevolg van deze investeringen, door de Willemstadse inwoners moeten worden gedragen. Tevens heb ik aangegeven dat ik het eigenlijk te gek vind dat wij met zijn allen zo'n groot offer moeten brengen voor mensen die van buiten komen." Hij is van mening dat "de vervuiler" moet betalen. Indien tot fysieke afsluiting wordt overgegaan, is het zijn wens om die af sluiting gelijktijdig met het instellen van een regeling van betaald parkeren in te laten gaan, zodat ook "de vervuiler", middels parkeergelden, geld in de lade brengt.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1993 | | pagina 118