7 De voorzitter stelt voor in deze voor de laatste mogelijkheid te kiezen. De heer De Witte gaat met het voorstel van de voorzitter accoord.uit de notulen van de raadsvergadering van 9 maart 1993. Antwoord 3e termijn. De voorzitter geeft aan dat het college later op die uitspraak is teruggekomen daar een commissievergadering, onder andere qua orde, teveel beperkingen kent voor een uitgebreide discussie over de materie. Over deze materie kan namelijk best een hele avond worden gesproken, aldus de voorzitter. Verder zegt hij: "Als u de toelichting perse in een commissievergadering wil ontvangen dan beperkt u zichzelf in ernstige mate, hetgeen ik erg jammer zou vinden. Ik heb er echter geen probleem mee als u een en ander toch in een commissievergadering toegelicht wil zien." Vervolgens wijst hij er nogmaals op dat het voornemen er is om een informatie avond over de bouwverordening te organiseren. 4e termijn. De heer De Witte geeft aan dat hij op een later tijdstip nog eens over een en ander met de voorzitter van gedachten wil wisselen. Antwoord 4e termijn. De voorzitter gaat daarmee accoord. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten de model brandbeveiligingsverordening vast te stellen. 9Vervanging automatiseringsapparatuur Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten een krediet van f 147.006,60 beschikbaar te stellen voor de vervanging van de automatiseringsapparatuur ter gemeentesecretarie 10Tussentijdse rapportage omtrent bijstelling van de gemeentebegroting 1993. Ie termijn. Namens de C.D.A.-fractie merkt de heer Groeneveld op dat in de vergadering van de commissie algemene bestuurlijke zaken van 27 mei 1993 is aangegeven dat het voorliggende voorstel als 'de voorjaarsnota' moet worden gezien. Regelmatig geeft u aan dat 'de voorjaarsnota' een steeds belangrijkere plaats in gaat nemen, welke mening ik overigens deel, aldus de heer Groeneveld. Ik had mij daarom van 'de voorjaarsnota' eigenlijk wel wat meer voorgesteld. Aansluitend zegt hij: "Hoort er in een voorjaarsnota eigenlijk niet wat meer thuis?" Hij kan overigens met het voorstel instemmen. Namens de P.v.d.A.-fractie sluit de heer De Witte zich aan bij de woorden van de heer Groeneveld. Verder geeft hij aan dat onder aandachtspunt A van het voorstel melding wordt

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1993 | | pagina 105