-9-
Vervolgens zegt de heer Driesprong: "Voorzitter, is het juist als ik,
aan de hand van het onderhavige collegevoorstel, concludeer dat mijn
vraag van 22 oktober 1991 positief beantwoord had moeten worden.
Zo ja, kunt u mij dan ten aanzien van de gewijzigde verordening
onroerend-goedbelastingen meedelen of inmiddels weer de oorspronkelijke
heffingsgrondslag geldt, zoals die in de verordening van 1991 was
vastgelegd.
Namens de Pv.d.A.—fractie merkt de heer De Witte allereerst op dat
hij als fractievoorzitter en mevrouw De Wit als fractiesecretaresse zal
optreden
Vervolgens vraagt de heer De Witte met betrekking tot dit agendapunt,
met ingang van wanneer een bouwperceel belastingplichtig is.
Antwoord le termijn.
De voorzitter moet de heer Driesprong het antwoord op zijn vraag
schuldig blijven, doch zegt toe een en ander zo spoedig mogelijk te
laten weten.
Op de vraag van de heer De Witte antwoordt de voorzitter dat men in
Willemstad, indien men gaat bouwen, als eigenaar onroerend-goedbelasting
moet gaan betalen op 1 januari komende na het moment van gereedmelding
van de bouw. Als gebruiker moet men gaan betalen op 1 januari komende na
het moment van ingebruikname van het onroerend-goed
Indien een pand van eigenaar verandert is het gebruikelijk dat de nieuwe
eigenaar belastingplichtig is met ingang van 1 januari van het komende
jaar.
2e termijn.
De heer De Witte merkt op dat dus de mogelijkheid bestaat dat, bij
bijvoorbeeld de aankoop van bedrijfsgrond, tot aan de gereedmelding van
het op die grond te realiseren bedrijfspand, geen belasting wordt
geheven.
Antwoord 2e termijn.
De voorzitter bevestigt de opmerking van de heer De Witte en zegt
aansluitend: "Als iemand op 10 januari klaar is met bouwen, betaald hij
over dat jaar geen belasting. De feitelijke situatie per 1 januari geldt
namelijk"
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten de eerste wijziging van de "Verordening onroerend-goed
belastingen Willemstad 1992" vast te stellen en de citeertitel
"Verordening onroerend-goedbelastingen Willemstad 1992" te vervangen
door: "Verordening onroerende-zaakbelastingen Willemstad 1992".
7Aanwijzing pand Voorstraat 15 als beschermd monument.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten om de Minister van
WVC door tussenkomst van de RDMZ te adviseren het verzoek tot aanwijzing
van het pand Voorstraat 15-17 tot beschermd monument als bedoeld in de
Monumentenwet 1988 in te willigen.