-15-
Er waren zoveel kleine postjes, welke we nog jaren mee moesten dragen,
dat we besloten hebben die maar in één keer af te boeken, waardoor ook
structureel een beetje ruimte in de begroting voor 1993 ontstaat, aldus
de voorzitter,
Aansluitend zegt de voorzitter: "Daar ligt aan ten grondslag dat de raad
heeft vastgesteld dat de gemeentelijke belastingen niet meer dan
percentage "x" omhoog moeten. De laatste jaren is er in deze een enorm
geworstel geweest.
Daar we nu de kans hebben om structureel wat te doen om een en ander
gemakkelijker te kunnen bereiken, hebben wij gemeend vast zo'n voorschot
te moeten nemen."
Verder merkt de voorzitter op dat hij denkt dat het goed is om te bezien
hoe men in het vervolg de rekening en de procedure daaromtrent zal
aanpakken.
Hij heeft zelf al langer behoefte aan een en ander, doch de cultuur in
het gemeentehuis was daar niet rijp voor.
Hij denkt dat uit de raad een rekeningcommissie zal moeten worden
samengesteld, welke mondeling, tijdens de commissievergaderig
toelichting op ambtelijk niveau kan vragen.
In feite zou er ook zo'n commissie moeten zijn ter onderzoek van de
begroting, aldus de voorzitter.
Aangaande de opmerkingen over de reserve cultuurfonds merkt de
voorzitter vervolgens op dat een bedrag van f 30.000,00 is gereserveerd
voor cultuur, namelijk de reserve herdenking 1793/1993.
Hij begrijpt echter dat een en ander niet het facet is waar de heer
Hoekwater op heeft gedoeld.
Indien er echter de door de heer Hoekwater bedoelde ideeën op
cultuurgebied komen, is er best wel een potje waaruit een en ander
bekostigd kan worden, aldus de voorzitter.
De heer Kamp merkt aansluitend op dat er in dë* werkgroep aangaande de
festiviteiten voor 1993 elementen in gedachten zijn, welke redelijk
aansluiten bij de opvattingen van de heer Hoekwater. Een en ander zal
echter voor hem nog even een verrassing moeten blijven, aldus de heer
Kamp.
2e termijn.
De heer Driesprong is het met de genoemde argumenten tot vorming van
de reserve ten behoeve van extra afschrijvingen in grote lijnen niet
eens.
Hij vindt de opmerking dat de kleine postjes nog jaren meegesleept
zouden moeten worden hetgeen zo onhandig is, geen argument om
vervroegd af te gaan schrijven.
Daarnaast zijn de bedragen welke worden voorgesteld voor de vervroegde
afschrijving, naar zijn mening bedragen welke in 1993 voor afschrijving
in aanmerking zouden komen.
Gezien het voornoemde blijft het voor hem staan dat hier sprake is van
een situatie, waarin exploitatielasten uit 1993 op dit moment via een
administratieve truc uit het boekjaar 1993 worden getild en reeds van te
voren worden gefinancierd uit een overschot uit 1991.
Hij is van mening dat de begroting 1993 een getrouw beeld moet geven van
het gemeentelijke huishoudboekje voor 1993.
Als daar, uitgaande van vroeger gedane investeringen, een afschrijving
van een x-bedrag op naar voren moet komen, moet dat ook maar naar voren
komen, aldus de heer Driesprong.
Hij vindt het geen goede zaak dat men op dit moment daarop vast een
voorschot van f 50.000,00 neemt, zodat men straks bij de
begrotingsbehandeling wat meer ruimte heeft.
Het feit dat het de laatste jaren allemaal wat moeilijker gaat in het
gemeentelijke huishoudboekje, is hem duidelijk. Doch dat wil niet zeggen