-12-
zich tot op dat moment geen andere gegadigden hadden gemeld, en elk
jaar dat een perceel later dan gepland zou worden verkocht, de
m2-prijs van de nog niet verkochte percelen met 5 gulden zou stijgen;
- toen er eind vorig jaar alsnog een perceel kon worden verkocht aan
Onniré b.v., werd duidelijk, dat een voorbehoud met betrekking tot
Willemstadse bedrijven, middels een kettingbeding, inderdaad niet
haalbaar was-:
- in het kader van milieupreventieve maatregelen is 1 juli 1999 genoemd
als uiterste datum, waarop alle tankstations in Nederland
milieu-vriendelijk moeten opereren. De kans, dat er op die datum nog
een tankstation binnen de vesting aanwezig is, schatten wij uitermate
laag in. Vestiging van een bedrijf dat exploitatie van een
tankstation tot haar basis-activiteiten rekent, kan in dit geval
wellicht het drogistensyndroom van de Willemstadse burger voorkomen,
waar het het tanken in eigen woonplaats betreft.
Alle aspecten in overweging nemend komt een meerderheid van onze fractie
tot de conclusie, dat uw voorstel, zoals het momenteel voor ons ligt,
een juiste handelswijze is voor zowel wat betreft het
bedrijventerrein, als voor de belangen van de Willemstadse bevolking in
een zo breed mogelijk verband. Daarom gaan wij dan ook akkoord met uw
voorstel, met voor de volledigheid nog eens de vermelding, dat onze
fractiegenoten Moerland en Dane hierin een ander standpunt innemen."
Namens de V.V.D.-fractie zegt de heer Boertjes:
"In zijn vergadering van 10 juli 1989 heeft de toenmalige raad van
Willemstad besloten om grond aan te kopen voor de vestiging van een
kleinschalig bedrijventerrein, dat in principe bestemd zou zijn voor
Willemstadse bedrijven, welke op hun huidige locatie niet uit kunnen
breiden.
Ook in de daarna in "de Blokhut" gehouden hoorzitting, zijn door de
toenmalige fractievoorzitters van de raadsfracties publiekelijk
toezeggingen gedaan, welke aangaven dat het terrein in principe
gereserveerd zou worden voor Willemstadse bedrijven.
In beide gevallen is tevens sterk de nadruk gelegd op het punt van het
behouden en/of creëren van werkgelegenheid voor de Willemstadse
bevolking. 3 jaar geleden zijn deze uitspraken gedaan en de beslissingen
in deze genomen. Ook de V.V.D-fractie is toen met het voorstel voor
vestiging van een kleinschalig bedrijventerrein accoord gegaan.
De V.V.D.-fractie acht zich dan ook gebonden aan die uitspraken en
beslissingen.
Als er sprake zou kunnen zijn van verkoop van grond aan een niet
Willemstadse onderneming, dan had daar eerst een beslissing van de raad
aan ten grondslag moeten liggen, omdat wij door middel van het ter tafel
liggende voorstel afwijken van een eerder genomen besluit en aan de
bevolking gedane toezeggingen.
Het spijt mij natuurlijk dat wij niet wat eerder aan de bel hebben
getrokken, doch het is beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Het merkwaardige in de discussie is, dat we in de raadsvergadering van
12 november 1991 nog volledig zijn uitgegaan van het idee van verkoop
van grond aan een Willemstadse ondernemer.
Het opnemen van een kettingbeding in deze kon geen doorgang vinden."
Op 7 januari 1991 wordt het eerste gesprek gevoerd met een niet
Willemstadse ondernemer. Ook al hebben de Willemstadse garagehouders op
dat moment individueel nog geen belangstelling, dan wil dat nog niet
zeggen dat de uitspraak van de raad in deze niet van belang is.
De raad heeft het college nooit de machtiging verschaft om met een niet
Willemstads bedrijf in zee te gaan, aldus de heer Boertjes.