30 over wanneer je wel en wanneer je niet meedoet. Ik denk dat je die discussie bij noodgevallen altijd zult voeren. Je moet dan elke keer de afweging maken of je de gebeurtenis belangrijk genoeg vindt. Wij vonden het deze keer belang rijk genoeg en staan daar niet alleen in. Ik ben, daar er kennelijk geen meerderheid voor ons voorstel is, best bereid om wat geld, want daar gaat het toch eigenlijk om, beschikbaar te stellen, al is het uit de "lief en leed pot". Maar ik denk dat we als raad van de gemeente Willemstad en als vertegenwoordiger van de Willemstadse gemeenschap wat laten liggen en dat spijt mij zeer." De voorzitter heeft het voorstel van de P.v.d.A.-fractie nog eens doorgelezen. Vervolgens leest hij de passage "Wij nodigen het college uit om gehoor te geven aan deze oproep en een donatie te doen aan de hulpactie voor de mensen in deze landen. Het lijkt ons een goede manier om als gemeenteraad van Willem stad zo het jaar 1992 af te sluiten." voor. Wij zijn het met zijn allen eens dat we best wat aan een en ander kunnen doen, aldus de voorzitter. Het meningsverschil zit hem kennelijk in de financieringswijze. Hij begrijpt dat de meerderheid van de raad accoord gaat met het geven van een donatie en dat die meerderheid als financieringsbron de "lief en leed pot" aanwijst, in plaats van de publieke portemonnee van de gemeente. Verder zegt hij: Het is zoals u zegt, meneer De Witte, het gaat om het doel en niet zozeer om de financieringswijze. Ik denk dus dat, als we besluiten om f 1.000,uit de "lief en leed pot" beschikbaar te stellen, dat een besluit van de gemeenteraad in pleno is. Het bedrag van f 1.000,kan dan worden gestort op giro 800800." De heer Boertjes geeft aan dat de "lief en leed pot" van de raadsleden is. Hij vindt de formulering daarom niet geheel correct. De voorzitter merkt op dat de "lief en leed pot" van de raadsleden, die de gemeenteraad vormen, is, dus van de gemeenteraad. De gemeenteraad beschikt over de pot en niet de raadsleden. Als wij de formulering van de Pv.d.A.-fractie aanhouden, doen we recht aan het voorstel van die partij, aldus de voorzitter, zij het dat zij kennelijk een andere financieringsbron in gedachten had. De heer Groeneveld geeft aan dat de mogelijkheid van de "lief en leed pot", al discussiërende, tijdens de vergadering is aangedragen. Hij had met het aller eerste voorstel van de P.v.d.A.-fractie geen moeite, doch toen tijdens de discussie de "lief en leed pot" werd aangedragen, kreeg die financieringsbron bij hem de voorkeur. Hij nodigt de P.v.d.A.-fractie nogmaals uit om als financieringsbron voor de "lief en leed pot" te kiezen. De voorzitter vraagt of besloten wordt tot het geven van een donatie uit de "lief en leed pot" of dat besloten wordt geen donatie te verstrekken. De heer De Witte geeft aan bereid te zijn in te stemmen met het voorstel om een donatie uit de "lief en leed pot" te verstrekken. De voorzitter concludeert dat met het voorstel kan worden ingestemd en ver zoekt de nestor van de raad, de heer Boertjes, om een bedrag van f 1.000, uit de "lief en leed pot" over te maken op giro 800800.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1992 | | pagina 264