18
zijn idee niet hoe dat verschil is gefinancierd.
Vervolgens wijst hij op het voortdurende verhaal van de woonwagen op pagina
141 van de toelichting. Hij is benieuwd naar de afloop van de kwestie, zo die
er al is.
Verder wijst hij op zijn in de raadsvergadering van 27 oktober 1992 gemaakte
opmerking dat hij terug zou komen op het verhaal van rente-baten uit doorge
schoven investeringen. Hij verwijst in deze naar pagina 143 van de toelich
ting, waar over de ontvangen rente van overtollige kasgeldmiddelen wordt ge
sproken. Ik denk dat u in de jaarrekening de rente van vooruitgeschoven inves
teringen ook daar terug zou kunnen vinden, aldus de heer Driesprong.
Tot slot merkt hij, verwijzend naar de passage over de verdeeldienst en de
kostenplaats openbare werken op pagina 144 van de toelichting, op dat blijkt
dat men in deze in 1991 ruimschoots goedkoper uit is geweest dan in 1990.
f 736.000, in 1990 om f 679.000,in 1991, aldus de heer Driesprong. Hij
vraagt wat de oorzaak van een en ander is.
Antwoord le termijn.
De voorzitter merkt op dat de heer Driesprong in principe gelijk heeft met
zijn opmerking over de verrekening van het teveel ontvangen bedrag van
f 160.000, in de jaarrekening 1992. De opmerking kan naar zijn mening twee
ledig uitgelegd worden. Hij vraagt of de heer Driesprong bedoelt te zeggen dat
de verdeling van het batig saldo van de jaarrekening 1991 moet worden gewij
zigd.
Aangaande de woonwagen merkt de voorzitter op dat het verhaal voortduurt. Over
de afloop is nog niets bekend.
Hij kan op het eerste gevoel de opmerking van de heer Driesprong over de ren
te-baten wel delen.
Over de kosten voor de afdeling openbare werken merkt hij op dat er sinds een
aantal jaren bij kapitaalswerken een post "voorbereiding, administratie en
toezicht" is opgenomen. De afdeling openbare werken rekent deze post toe aan
kapitaalinvesteringen, aldus de voorzitter. Aansluitend zegt hij: "Als er in
enig jaar, als gevolg van grote kapitaalswerken, heel veel toerekeningen zijn,
dan verdienen zij zich in feite in, waardoor er een lager bedrag voor openbare
werken ontstaat. Het is dus een administratief verhaal."
In aanvulling hierop merkt de heer Munters op dat een en ander ook een gevolg
kan zijn van het feit dat zich in 1991 enkele personeelsmutaties hebben voor
gedaan. Eén formatieplaats is hierdoor enige tijd niet bezet geweest. De uit
eindelijk nieuw aangestelde medewerker was wat goedkoper dan de medewerker,
die was vertrokken, aldus de heer Munters. De huidige bezetting is in aantal
net zo groot als voorheen.
2e termijn.
De heer Driesprong zegt: "Op bladzijde 144 van de toelichting staat iets over
een medewerker die van de afdeling openbare werken is overgeheveld naar de
exploitatie van de havens. Is die persoon op een dusdanige wijze vervangen,
dat de sterkte van de afdeling openbare weer op peil is? Een en ander blijkt
namelijk niet uit de cijfers."
Verder merkt hij op dat zijn opmerking over de terugbetaling van het bedrag
van f 160.000,alleen maar bedoeld was om aan te geven dat dat bedrag uit
één of meerdere potjes moet komen. Dat bedrag mag, naar zijn mening, niet ten
laste van de jaarrekening 1992 komen. Het gaat hem wat te ver om de bestemming
van het positieve saldo van de jaarrekening 1991 te wijzigen. Het gaat er