- 7 - veeschuur. Men kan het ook anders bekijken. Gelet op het gestelde in het overzicht van monumenten in Noord-Brabant kan ook worden gezegd dat de schuur door z'n herkenbaarheid een bepaalde functie verzorgt in het cultuur—historisch geheel van Willemstad. Hij vraagt zich af wat voor criteria er worden gehanteerd, mede gezien ook het feit dat de raad in zijn vorige vergadering heeft besloten aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een positief advies te geven voor wat betreft de aanwijzing van het pand Voorstraat 15/17 als monument. Toch lijkt het hem best mogelijk om op onderhavige locatie een woning te creëren. Hij vraagt zich af of de woning, gezien het schetsplan, wel binnen de Vesting past. Hij vraagt tenslotte op wat voor wijze de raad verder in de procedure wordt betrokken. De V.V.D. fractie heeft met dit agendapunt enige moeite. Namens de fractie van het CDA zegt de heer Driesprong dat hij er erg gelukkig mee is dat een funtioneel storend bedrijf vanuit een privé-ini- tiatief wordt gesaneerd zonder dat de gemeente hierin participeert. Gelet hierop gaat hij accoord met het voorstel. De schuur bevindt zich in een bouwkundig slechte staat. In de richting van de V.V.D. vraagt hij of de schuur dan herbouwd moet worden als men van mening is dat deze een herkenbaar punt vormt binnen de Vesting. Hij vraagt zich in dit verband af hoe een en ander dan zou moeten worden bekostigd. Gelet op de adviezen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, en de wijze waarop het college hiermee omgaat gaat hij ervan uit dat de locatie op een juiste wijze zal worden ingevuld. Antwoord le termijn. De heer Munters antwoordt dat voor de redenering van de heer Boertjes best wel wat valt te zeggen. Echter, in het kader van het stadsvernieu wingsplan uit 1975 zijn een aantal gebouwen geïnventariseerd welke als functioneel storend zijn aan te merken. De veeschuur valt daar ook onder. In het kader van de sanering van die gebouwen zijn rijksgelden beschikbaar gesteld. Als uitvloeisel van het toen door de gemeenteraad ingezette beleid is het college nu voornemens medewerking te verlenen aan onderhavig verzoek. De vormgeving van de woning wordt beoordeeld door monumentenzorg en de welstandscommissie. Met betrekking tot het schetsplan zijn door monumen tenzorg al enige opmerkingen gemaakt. De toetsing door deze twee instan ties waarborgt een objectief oordeel. De heer Munters onderschrijft de woorden van de heer Driesprong. De voorzitter zegt vervolgens dat de leden van de raad individueel op de hoogte worden gesteld van de procedure in het kader de toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De Raad kan de beslissing over het verlenen van vrijstelling aan zich houden. 2e termijn. De heer Boertjes zegt dat hij bij de voorbereiding van dit onderwerp niet tot 1975 is teruggegaan. Aan de andere kant kan worden gesteld dat een en ander ook bij de stukken had kunnen worden gevoegd. De heer Mun ters heeft een duidelijk antwoord gegeven. Bedoeling van zijn in eerste termijn gemaakte opmerking betrof ook een algemeen deel. Namelijk de discussie over wat wel en niet past binnen de Vesting. Essentie van zijn verhaal in eerste termijn is dat wat karakteristiek is ook karakteris tiek moet blijven. Hieromtrent zou in de toekomst eens een dicussie moeten worden gevoerd. De heer de Witte zegt de woorden van de heer Munters te onderschrijven.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1992 | | pagina 23