11 brandweer. Als de bevelvoerder inschat dat het noodzakelijk is om het rampen plan in werking te stellen, is het uiteindelijk de burgemeester die besluit om het plan in werking te stellen. De voorzitter heeft, noch van de brandweer, noch van de rijkspolitie te water, enig signaal gekregen dat het noodzakelijk was om het rampenplan in werking te stellen. Er is niet overwogen om het plan in werking te laten treden, aldus de voorzit ter. Wel is overwogen om het verkeer op de rijksweg stop te zetten, doch toen bleek dat er op 50 a 60 meter van de schepen volstrekt geen gevaar voor onder andere ontploffing was, is een en ander achterwege gelaten. De heer Hoekwater vraagt of het, naar de mening van de voorzitter, nuttig is om eens overleg te plegen met de rijkspolitie te water over de wijze waarop berichten naar de media kunnen worden doorgegeven. Gezien het artikel in een landelijk dagblad lijkt het hem nuttig om wellicht zo'n overleg met de rijks politie te water te voeren. Hij wijst vervolgens op de verwarring met betrekking tot de ramp en het ram penplan. In diverse media is van een en ander melding gemaakt. Hij vindt dat met name dat soort gegevens uiterst zorgvuldig moeten worden behandeld. Hij denkt dat het verstandig is om met de rijkspolitie te water te bespreken wie de berichtgeving aan de media coördineert. De voorzitter denkt dat de heer Hoekwater volstrekt gelijk heeft. Hij heeft vanmiddag met de regionale brandweer gesproken om de zaak toch nog maar eens te evalueren. De voorzitter heeft van deze situatie geleerd dat de burgemees ter in de coördinatie van hulpverlening een rol speelt. Hij zou die rol ook graag willen spelen in de coördinatie van het contact met de pers, daar tel kenmale blijkt dat het omgaan met de pers in zo'n situatie niet aan iedereen gegeven is. De voorzitter haalt als voorbeeld aan dat hij een interview heeft gegeven voor een van de televisiestations. Hij is vervolgens ook door een ander station benaderd om een interview te geven. De verslaggever van dat station wilde dat hij benadrukte hoe ernstig het voorval wel was en wat er allemaal had kunnen gebeuren. Hij heeft de verslaggever te kennen gegeven dat hij op die basis geen interview wenste te geven. Hij heeft het interview dan ook niet gegeven daar zo'n interview alleen maar paniek zaait, terwijl er volstrekt geen reden tot paniek was. Namens de P.v.d.A.-fractie stelt de heer De Witte dan de volgende vraag: "Uw aankondiging bij de algemene beschouwingen om te overwegen een bunker te ver huren voor wijnopslag heeft ons op de volgende vragen gebracht. Welke overwe gingen heeft u om uw voorkeur uit te laten gaan voor opslag van wijn in plaats van oud papier? In onze gemeente zijn nog meer bunkers te vinden die als op slagplaats dienst doen, danwel als opslagplaats geschikt zijn of als opslag plaats geschikt te maken zijn. Welk beleid ten aanzien van deze bunkers staat het college voor ogen?" De heer Kamp antwoordt dat in de aanbiedingsbrief bij de begroting met betrek king tot de bunkers is aangegeven dat er een relatie kan worden gelegd met de cultuur-historische functie van de gemeente Willemstad. Er zijn momenteel nogal wat bunkers verhuurd. Op het moment dat men zegt dat men bepaalde bun kers toegankelijk zou willen maken voor bezoekers, moet er een restauratieplan voorhanden zijn. In geval men de beschikking heeft over een aantal bunkers van dezelfde soort, zal er een keuze moeten worden gemaakt, aldus de heer Kamp, daar het logisch is dat niet in al die bunkers dezelfde activiteiten worden

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1992 | | pagina 232