40
Hij is het eens met de gemaakte opmerking over de aan de verbreding van de
Noordlangeweg te stellen eisen, indien de subsidiëring van het fietspad
geen doorgang zal vinden.
Aangaande de exploitatie van de havens merkt hij op dat er ervaring is
opgedaan met betrekking tot vervuiling van de havenbodem.
In de jachthaven, welke momenteel 25 jaar bestaat, is een jaar of drie
geleden een lichte verontreiniging van de bodem geconstateerd. De veront-
reining was dusdanig licht, dat de verontreinigde substantie in de putten
van Cromstrijen mocht worden gestort.
De oude haven is zwaar vervuild. Er zijn nogal wat gedachten over de
herkomst van de vervuiling. De vervuiling heeft het college doen besluiten
om de bodem te laten bemonsteren.
Misschien is door de in- en uitstroom van het water van het Hollandsch
Diep de bodem wel dusdanig opgeschoond, dat de verontreiniging van klasse
4 naar klasse 3 is gegaan, aldus de heer Munters. Een en ander zou een
enorme opluchting zijn, daar de verontreinigde substantie dan in de putten
van Cromstrijen zou mogen worden gestort.
Vervolgens zegt de heer Munters toe dat het aanwezige beheerplan voor de
wallen in copie aan mevrouw De Wit zal worden verstrekt. Zij hoeft in deze
dus niet te wachten tot de eerstkomende vergadering van de commissie
openbare werken.
Als daar behoefte aan is, kunnen er in de eerstkomende vergadering van
voornoemde commissie op- of aanmerkingen over het plan worden gemaakt,
aldus de heer Munters.
Hij ziet met belangstelling de plannen van de P.v.d.A.-fractie met
betrekking tot het bestemmingsplan "Vesting Willemstad" tegemoet.
De heer Kamp wil het overleg met de V.V.V. in tweeën splitsen. Hij denkt
dat er formeel overleg moet plaatsvinden tussen het college en het V.V.V.-
bestuur. Daarna, op het moment dat er over het actieplan wordt gesproken,
kan er een duidelijke rol zijn weggelegd voor de Stichting Willemstad
Promotie.
Over de cultuurnota zonder status merkt hij op dat het een nota betreft,
welke begin dit jaar is toegezegd. Het doel van de nota is om oriënterend
met de commissie welzijn te brainstormen over de gedachten met betrekking
tot het cultuurbeleid.
Daar waar gesproken wordt over peil en groei, wacht hij met belangstelling
de groei binnen het C.D.A. op dat punt af. De heer Kamp geeft verder aan
open te staan voor suggesties, welke in het proces van voorbereiding
kunnen worden meegenomen. Het hoeft namelijk niet zo te zijn dat de
commissie alleen maar hapklare brokken voorgeschoteld krijgt, waar alleen
maar ja tegen gezegd behoeft te worden, aldus de heer Kamp.
De heer Driesprong zegt aansluitend: "Nee, dat is wat overdreven. Maar als
u er van uitgaat dat er bij de C.D.A.-fractie nog iets moet groeien,
zonder dat u in eerste instantie bij de C.D.A.-fractie hebt gemeten en
zonder dat er overleg is geweest, dan vind ik dat u net één stapje te ver
gaat
De heer Kamp deelt mede dat hij heeft gezegd dat het hem niet bekend is
hoe het met een en ander staat. Hij wacht een en ander met belangstelling
af.