35
en ander is gewezen. Hij geeft aan dat hij nog nader op een en ander zal
ingaan.
Mevrouw De Wit wacht een en ander af.
Over de fietsenstalling merkt zij op dat zij bemerkt dat het college er
niet geheel uitkomt. Voor haar staat alleen vast dat er een voorziening
moet komen. Vandaar dat haar fractie heeft geopperd om de bevolking of een
aantal ontwerpers te raadplegen.
Met betrekking tot de wijnproeverij geeft zij aan het helemaal eens te
zijn met de opmerkingen van de heer Driesprong en de heer Hoekwater. Zij
vindt dat de benaming moet corresponderen met het gebruik.
Met betrekking tot het beheerplan van de wallen schetst zij hetgeen door
de heer Munters is gezegd. Zij zou toch graag het bewuste plan eens in de
commissie willen bekijken en bespreken. Zij is benieuwd naar hetgeen er
allemaal op papier staat.
Aangaande de V.V.V. merkt zij op dat zij het overleg afwacht.
Betreffende het vlaggen wil zij aangeven dat er voor verschillende vlaggen
een verschillend protocol is. Er is dus vast wel een vlag te vinden
waarvoor niet dagelijks een protocol nodig is. Zij denkt daarbij bijvoor
beeld aan een heraldiekvlag of een wimpel.
Tot slot merkt zij inzake de Bovenkade en de Rozemarijnstraat op dat haar
fractie bij de behandeling van het bestemmingsplan "Vesting Willemstad"
met voorstellen zal komen om dit toch wel zeer karakteristieke stukje
Willemstad voor de toekomst veilig te stellen.
De heer Driesprong merkt aangaande het cultuurbeleid op dat zijn fractie
niet voor niets op eigen initiatief niet op een en ander is ingegaan. De
reden is dat er na afloop van de laatst gehouden vergadering van de
commissie welzijn door de heer Kamp een concept-cultuurnota ter bespreking
is aangeboden aan de commissieleden. De heer Driesprong heeft naar de
reden van die gang van zaken gevraagd. Het antwoord gaf aan dat een en
ander aan de status van de nota lag.
Daaruit heeft de heer Driesprong geconcludeerd dat de nota nog verder zou
worden uitgewerkt en daarna op een meer officiële wijze zal worden
aangeboden. Hij voelt zich op dit moment niet geroepen om een standpunt in
te nemen over de voornoemde nota, welke nog geen vaste status heeft.
Als er informeel overleg nodig mocht zijn tussen twee coalitiegenoten, dan
is zijn fractie graag bereid om op deze zaak in te gaan.
Antwoord 3e termijn.
De voorzitter merkt aangaande inspraak en commissievergaderingen op, dat
hij en de heer Groeneveld elkaar in deze, naar zijn mening, goed hebben
aangevoeld. Hetgeen door de voorzitter, al filosoferend, in deze reeds is
aangegeven, zal verder worden uitgewerkt.
Met betrekking tot de brandweercommandant merkt hij op dat er ongeveer
twee jaar geleden een scenario gereed lag om tot opvolging van de huidige
commandant te komen. Voornoemd scenario is in de kast gezet, omdat de
commandant de functie nog een aantal jaren kan en wil uitoefenen. Tot de