29
heeft gedaan, doordat hij al filosoferend een aantal zaken opsomde
aangaande mogelijk te maken afspraken betreffende de voorafgaande in
spraak. Hij zou het ideaal vinden als men in de diverse commissies op een
soortgelijke wijze te werk zou gaan. Kort samengevat bedoelt hij daarmee
dat, alvorens een voorstel wordt opgesteld en aan de commissie wordt
voorgelegd, er eerst over de kwestie wordt gefilosofeerd. Deze wijze van
werken komt een aangenamere manier van functioneren van de commissies ten
goede, aldus de heer Groeneveld.
Hij vindt het op dit moment te vroeg om aan te geven op welke wijze de
inspraakprocedure, volgens zijn fractie, zou moeten gaan verlopen. Graag
zou hij deze kwestie op de zojuist aangegeven wijze in de commissie
algemene bestuurlijke zaken aan de orde willen stellen.
Mevrouw In 't Veld merkt op dat Kledinginzameling Charitatieve Instellin
gen (KICI) om niet containers plaatst voor de inzameling van kleding. KICI
zorgt er ook voor dat die containers op tijd worden geleegd, zodat er geen
zwerfvuil ontstaat. Het eerste jaar van plaatsing van de kledingcontainers
wordt er gemiddeld 10 kilogram kleding per persoon opgehaald. Er is een
gemeente in het streekgewest, welke al voor het derde jaar met KICI
meedoet en in die gemeente is inmiddels 17 kilogram kleding per persoon
opgehaald. Het lijkt haar een goede zaak dat, indien de containers voor
niets worden geplaatst, door Willemstad ook wordt deelgenomen aan de
kledinginzameling middels voornoemde containers.
De heer Driesprong zegt met betrekking tot het gebruik van de bunker als
wijnopslagruimte: "Onze vraag was hoe de wijnproeverij zich verhoudt ten
opzichte van het huidige horecabeleid. Het antwoord luidt dat het geen
wijnproeverij is, maar een wijnopslag wijnkelder. Als ik het antwoord
van het college in le termijn lees, dan staat daar letterlijk: "de bunker
in de Groenstraat in te richten als wijnproeverij". Met het antwoord
"wijnopslag" zijn wij veel meer tevreden."
Over de V.V.V. merkt hij op dat hij, de reactie van het college gehoord
hebbende, heel blij is dat de heer Kamp aangeeft dat hij goede verwachtin
gen heeft van een op korte termijn te beleggen overleg om tot een goed
actieplan te komen. In zijn eerdere betoog heeft hij als een van de
voorwaarden voor zijn fractie naar voren gebracht dat een goed actieplan
noodzakelijk is om tot een oplossing te komen. Het college en mijn fractie
staan dus op één lijn, aldus de heer Driesprong.
Hij haalt verder aan dat de heer Kamp heeft aangegeven dat hij het overleg
op korte termijn wil doen plaatsvinden. De heer Driesprong denkt dat dat
voor alle belanghebbenden van wezenlijk belang is, niet in het minst voor
de medewerkers van de V.V.V.
Verder vraagt hij of er in het reeds genoemde overleg wellicht een plaats
ingeruimd zou kunnen worden voor de Stichting Willemstad Promotie, welke
stichting, naar het oordeel van zijn fractie, in de ontwikkeling en
eventuele uitwerking van eventuele actieplannen een duidelijke rol zal
kunnen en moeten spelen.
Over het antwoord aangaande welstandszorg is hij wat minder tevreden. De
onvrede, waarover in 2e termijn door ons is gesproken, is een onvrede,
welke door het gegeven antwoord zeker niet is weggenomen, aldus de heer
Driesprong. Hij is aangaande deze kwestie in 2e termijn geëindigd met de
vraag of er wellicht van de kant van het college een alternatief aangedra
gen zou kunnen worden. Op die vraag heeft hij geen positief antwoord
gekregen. Hij is tot op dit moment nog steeds van mening dat er wel alter-