22
voor dat geld minder kunt doen, daar je van die f 3.000.000,- een bedrag
van f 300.000,- aan rente moet aftrekken."
Hij hoopt dat hij duidelijk is geweest.
De heer Munters merkt vervolgens aangaande de toestand van de polderwegen
op dat de heer Boertjes voorgaande jaren ook al zijn bezorgdheid heeft
uitgesproken. De heer Munters is iets optimistischer. Er is een slijtlaag
aangebracht, waardoor de scheuren in het wegdek zijn gedicht. Het vocht
krijgt zodoende minder de gelegenheid om in te dringen. Het risico van
opvriezen wordt daar zondermeer minder door. Hij meent dat, met het
aanbrengen van een slijtlaag, een vorstwinter met een zeker vertrouwen
tegemoet kan worden gezien. De afgelopen twee jaren heeft het ook gevro
ren, doch de wegen hebben de vorst in een redelijke conditie doorstaan.
Indien een en ander anders uitpakt, heeft het college de situatie verkeerd
ingeschat, aldus de heer Munters. Hij denkt echter dat men op dit moment
geen maatregelen kan treffen om een en ander te voorkomen. Hij spreekt de
hoop uit dat er niet te veel vorst komt.
Het is wel mogelijk om de wegen tijdens de opdooiperiode af te sluiten
voor zwaar verkeer, zodat schade kan worden voorkomen. De afsluiting zal
in dat geval niet gelden voor bezorgend verkeer, zoals onder andere de
melkman.
Aangaande het aanzicht van de gemeenteloods merkt hij op van mening te
zijn dat het gedeelte aan de westzijde er best aardig uitziet. Er is daar
groenblijvende beplanting aangebracht. Hij hoopt dat hetzelfde aanzien
binnen een jaar ook aan de zuidzijde zichtbaar zal zijn, zodat alle
activiteiten rondom de gemeenteloods van buitenaf aan het oog worden
onttrokken.
Betreffende het havenbeleidsplan denkt hij dat het college een klein
beetje verkeerd heeft gedacht. Er is een opmerking gemaakt dat het milieu
wel degelijk aandacht moet krijgen in het havenbeheerplan. Daarbij zou dan
onder andere gedacht moeten worden aan de mogelijkheid voor de waterspor
ters om afval, zoals bijvoorbeeld afgewerkte olie, op een verantwoorde
wijze te kunnen aanbieden. Het college zal aan een en ander zeker aandacht
besteden, aldus de heer Munters. Hij denkt niet dat het college zo ver zal
gaan dat schepen met dieselmotoren wel in de haven zullen worden toegela
ten en schepen met benzinemotoren niet.
Over de verhoging van het havengeld merkt hij op dat het beslist niet de
bedoeling is dat het havengeld, op het moment dat er extra onderhoud
ontstaat, dusdanig wordt verhoogd dat het kostendekkend is voor dat
onderhoud.
Het ziet er, zoals we het nu bekijken, naar uit dat we voor 1993 verant
woord bezig zijn als we het havengeld niet verhogen, aldus de heer
Munters. Hij zegt niet dat een en ander in een volgend jaar niet een keer
aan de orde kan komen. Men moet zich, aldus de heer Munters, ook realise
ren dat men zich, met name in de richting van de passanten, niet uit de
markt moet prijzen. In het zuid-westen van Nederland heeft het aanbod van
jachthavens een behoorlijke uitbreiding ondergaan. Hij hoopt toch dat het
aantal in de haven beschikbare boxen voor met name de vaste ligplaatshou
ders elk jaar weer in zijn totaliteit kan worden verhuurd. Ook hoopt hij
dat de haven, daar waar het de passanten betreft, regelmatig vol zal zijn.
Aangaande de opmerking dat de hogere overheid mogelijk de verplichting
gaat stellen dat de tarieven voor de afvalstoffenverwerking kostendekkend