-5-
Hij had de vraag verwacht of de afstand niet groter wordt, daar het
hoofdkantoor hoogstwaarschijnlijk in Den Bosch zal komen en men
momenteel in Rucphen terecht kan.
Er is een beleid uitgestippeld dat welstandszorg in de toekomst meer
naar de gemeenten zal komen en de gemeenten minder naar het centrale
kantoor behoeven te gaan.
Hij hoopt en rekent er op dat het beslist niet slechter zal gaan dan in
het verleden.
Hij hoopt ook dat de asvisering door welstandszorg, door het meer ter
plekke bespreken van zaken, voor de betrokkenen begrijpelijker wordt.
2e termijn.
De heer Driesprong concludeert uit het antwoord op de vragen van de
heer De Witte dat er inhoudelijk, en dat is hetgeen hij ter discussie
wilde stellen, niet zo verschrikkelijk veel wijzigt indien de samen
voeging doorgaat.
In dat opzicht denkt hij dat het goed is om gezien de datum van 1
november 1992, met het voorstel accoord te gaan en de discussie over het
inhoudelijke van de welstandscommissie in de algemene beschouwingen
alsnog aan de orde te stellen.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten:
- de gemeenschappelijke regeling "Welstandszorg West-Brabant op te
heffen;
- de nieuwe gemeenschappelijke regeling "Welstandszorg Noord-Brabant"
vast te stellen.
5Voteren van een krediet voor het vervaardigen van een herdenkings
monument betreffende het beleg en de verdediging van Willemstad in 1793.
Ie termijn.
Namens de CDA-fractie merkt de heer Groeneveld op dat hij bij de
behandeling van dit onderwerp in de commissie algemene bestuurlijke
zaken heeft gevraagd om bij de behandeling in de raad ook de
locatiekeuze te bespreken.
Hij heeft van de overige commissieleden geen reactie daarop gehoord en
concludeert daaruit dat zijn verzoek een minderheidsstandpunt is.
Misschien dat om die reden thans nog niets over de locatiekeuze in het
voorstel terug is te vinden, aldus de heer Groeneveld.
Hij vindt wel dat er op zeer korte termijn over de locatiekeuze
gesproken moet worden.
Hij verzoekt het college dan ook de toezegging te doen om op korte
termijn, dus ruim voor het arriveren van het herdenkingsmonument, over
de locatiekeuze een uitspraak te doen.
Namens de P.v.d.A.-fractie merkt mevrouw De Wit op dat een voorstel
tot het vervaardigen van een herdenkingsmonument geen alledaags
verschijnsel is in Willemstad.
De kosten lijken misschien wat veel maar zijn gezien de arbeidsuren, de
grootte en de materiaalkeuze naar haar mening alleszins redelijk.
Dat de provincie misschien subsidie gaat verlenen zou meegenomen zijn,
maar is voor de P.v.d.A.-fractie op dit moment niet relevant, aldus
mevrouw De Wit.
Zij gaat accoord met het voorstel.
Zij weet niet of de locatiekeuze in een openbare vergadering ter
discussie moet worden gesteld.