-15-
moment van de discussie in de commissie C.O.W.V. en de raad. Wellicht
had dat tot een andere uitkomst geleid.
Met betrekking tot de toerekening van uitvoeringskosten in z1n
algemeenheid zijn wij van mening dat hogere overheden in het kader van
de decentralisatie ook alle uitvoeringskosten moeten doorvergoeden aan
de lagere overheden.
Nu komt dit beleid erop neer dat de uitvoeringskosten door lagere
overheden zelf moeten worden opgebracht, terwijl die kosten bij de
hogere overheden wegvallen.
De methodiek van uitvoeringskosten doorberekenen door activiteiten onder
te brengen in het streekgewest en daardoor de mogelijkheid te openen ook
voor de grote gemeenten in ons gewest uitvoeringskosten te kunnen
omslaan over alle 18 gemeenten is een fenomeen dat ons nog niet bekend
was.
De takendiscussie van het streekgewest heeft er voor ons een nieuwe
dimensie bijgekregen.
Wij staan nog steeds achter ons besluit van 14 april 1992 en staan
geheel achter de opstelling van onze vertegenwoordigster in de
vergadering van de gewestraad van 29 juni 1992.
Het zijn dan ook de nieuwe feiten en argumenten die ons hebben doen
besluiten ons fiat aan uw nieuwe voorstel te moeten geven."
Antwoord le termijn.
De voorzitter merkt op dat het college begin dit jaar heeft veronder
steld dat er geen Willemstadse inwoners aan de volwasseneneducatie
deelnamen.
Als men toen niets had verondersteld en gewoon had gevraagd hoe een en
ander in elkaar zat, dan was er niets aan de hand geweest, aldus de
voorzitter.
Het college vond het volstrekt logisch om geen kosten te betalen, buiten
het bedrag dat van de rijksoverheid werd ontvangen, daar er toch geen
mensen uit Willemstad deelnamen.
Later is pas gebleken dat er wel Willemstadse deelnemers waren.
Toen de regeling destijds ontstond is de gemeente Willemstad heel loyaal
geweest door mee te doen, terwijl er vanuit Willemstad geen deelnemers
waren. Men had toen echter de veronderstelling dat die deelnemers er wel
zouden kunnen komen, aldus de voorzitter.
Verder merkt hij op dat de Willemstadse vertegenwoordigster in het
streekgewest een volstrekt andere houding had kunnen aannemen, als het
college zich beter had geïnformeerd.
Zoals een en ander nu is gelopen, is het niet zo aardig, aldus de
voorzitter.
Over het aanbod van de heer Dekkers aan de heer Kamp is de voorzitter
niets bekend.
De heer Driesprong merkt op dat de heer Dekkers een en ander heeft
verwoord tijdens zijn toelichting in de vergadering van de commissie
c.o.w.v., waarvan de voorzitter toen waarnemend voorzitter was.
De voorzitter merkt op dat de heer Kamp toen niet aanwezig was. De
heer Kamp weet misschien wel van niets, dus in die kwestie treed ik
niet, aldus de voorzitter.
Aangaande de kwestie van het omslaan van kosten van grotere naar
kleinere gemeenten, indien die grotere gemeenten diensten verlenen aan
die kleinere gemeenten, merkt hij op dat dat fenomeen niet zo nieuw is.