-7- Officieel zou er een wijzigingsvoorstel moeten worden ingediend waarin is aangegeven dat men een ingekomen stuk niet in handen van het college wil stellen doch dat men er over wil praten, aldus de voorzitter. De heer Groeneveld heeft aangaande dit ingekomen stuk ook enkele vragen, doch hij wil het collegevoorstel afwachten voordat hij die vragen zal stellen. Dit, gezien de te volgen procedure met betrekking tot de ingekomen stukken. De heer Munters antwoordt op de opmerking van de heer Hoekwater over de fietsers en voetgangers dat een en ander beslist meegenomen zal worden bij de te treffen verkeersmaatregelen. In het uit te werken plan zal aan die kwestie zeker aandacht worden besteed. Aangaande de opmerking van de heer De Witte merkt hij op dat bij de provincie niet exact is nagevraagd of uitvoering in januari of februari 1993 vroeg genoeg danwel te laat is, doch hij veronderstelt dat de provincie met een en ander geen enkele moeite heeft al zou het maart of april 1993 worden. De provincie heeft slechts aangegeven dat alleen dan toestemming wordt verleend om het genoemde gedeelte tot bebouwde kom te verklaren indien er ook verkeersmaatregelen worden getroffen. De heer Munters denkt dat dat laatste belangrijker is dan het moment van uitvoering. Aangaande ingekomen stuk nummer 21 merkt de heer Hoekwater op dat het jaarverslag aantoont dat het bestaan van een instituut als het Halt-bureau van onschatbare waarde is. Het bureau vervult alleen al een uitstekende taak met betrekking tot het registreren van de gedragingen van een aantal jongeren, welke met het bureau in aanraking komen. Dat op basis van die gegevens gericht een preventief beleid gevoerd kan worden zal zeker zijn vruchten gaan afwerpen, aldus de heer Hoekwater. Het is voor hem een verheugend teken dat er in 1991 geen inwoners van de gemeente Willemstad met het Halt-bureau in aanraking zijn gekomen. De heer Groeneveld haalt ook aan dat er in 1991 vanuit Willemstad geen verwijzingen naar het Halt-bureau zijn geweest. Uit het verslag blijkt dat er bij de rijkspolitiegroep Steenbergen niet zo gek veel verwijzingen zijn geweest met uitzondering van de gemeente Fijnaart en Heijningen. Hij vraagt of daaraan de conclusie moet worden verbonden dat de voornoemde politiegroep weinig verwijzingen doet of dat er niemand uit Willemstad voor verwijzing in aanmerking komt. Verder haalt hij aan dat uit het verslag blijkt dat het bestuur uit 6 personen bestaat. Er hebben een paar bestuurswisselingen plaatsgevonden. Er wordt niet aangegeven wie momenteel de functie van voorzitter vervult, terwijl de andere bestuursleden wel zijn vermeld. Hij vraagt of hij daarover nader geïnformeerd kan worden. De voorzitter denkt dat er in Willemstad betrekkelijk weinig kwesties voorkomen welke voor verwijzing naar het Halt-bureau in aanmerking komen. Het vuurwerkproject 1990 heeft preventief gewerkt. Het werkterrein van het bureau zal onder andere uitgebreid worden met winkeldiefstal door jongeren, doch dat speelt in Willemstad ook niet zo'n rol. Hij gelooft niet dat de groep Steenbergen op het gebied van het Halt-bureau minder actief is, daar die groep juist enthousiast is over het hele Halt-porject en daar waar mogelijk ook altijd in de preventieve sfeer gebruik maakt van een en ander.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1992 | | pagina 155