-6- 27. arbeidsmarktverslag per ultimo juni 1992 van het gewest Roosendaal van het Gewestelijk Arbeidsbureau Roosendaal. Namens de V.V.D.-fractie merkt de heer Hoekwater aangaande ingekomen stuk nummer 7 op verheugd te zijn dat het Steenpad langs Helwijk binnen de 50 kilometergrens kan worden gebracht. De snelheid welke aldaar door enkele motorrijders en automobilisten wordt ontwikkeld grenst soms aan het ongelooflijke. Hij is zeer benieuwd naar het collegevoorstel met betrekking tot de uit te voeren reconstructie. Verder vraagt hij of het college kan aangeven wat naar zijn mening door de provincie wordt verstaan onder het begrip "op korte termijn" in het kader van de door haar voorgestane reconstructie van het Steenpad. Wellicht ten overvloed wijst de heer Hoekwater het college er op dat het voor voetgangers en fietsers niet mogelijk is om het kleinschalig bedrijventerrein te bereiken zonder een overtreding te maken, nog afgezien van het veiligheidsrisico dat men daarbij loopt. Namens de P.v.d.A.-fractie merkt de heer De Witte op dat hij nog niet weet of hij gelukkig moet zijn met de maatregel. Verder heeft hij dezelfde vragen als de heer Hoekwater en is hij benieuwd naar het tijdspad voor de reconstructie. De heer Munters merkt op dat de bebouwde kom-aanduiding niet in kan gaan voordat er verkeersremmende maatregelen zijn getroffen. Het is de bedoeling dat de plannen, welke door de afdeling openbare werken worden uitgewerkt, nog dit jaar in de commissie openbare werken danwel de commissie c.o.w.v. zullen worden gebracht. Vervolgens zal een en ander in de raad worden behandeld, waarna de plannen nog ter goedkeuring naar de provincie moeten. De heer Hoekwater merkt op dat hij geen reactie heeft gekregen op zijn opmerking over de voetgangers en fietsers. Wellicht dat in de commissie openbare werken danwel de commissie c.o.w.v. daarvoor ook een oplossing kan worden aangedragen, aldus de heer Hoekwater De heer De Witte merkt op dat het, als hij een en ander goed begrijpt januari of februari 1993 is, voordat überhaupt uitvoering aan de plannen gegeven kan worden. Gezien het jaargetijde zou het zelfs nog later kunnen worden. Hij vraagt of dat vroeg genoeg danwel te laat is voor de provincie. Namens de CDA-fractie merkt de heer Groeneveld op dat hij met betrekking tot de gestelde vragen aangaande dit ingekomen stuk moet concluderen, dat met betrekking tot dit stuk en daarnaast tevens m.b.t. ingekomen stukken nummers 16 en 17 wordt voorgesteld om ze in handen van het college te stellen ter verdere behandeling. Hij vindt het onjuist dat men op dit moment al uitvoerig gaat discussiëren over die stukken daar er in de raad uitvoerig op is aangedrongen om een onderscheid te gaan maken tussen ingekomen stukken welke voor kennisgeving aangenomen kunnen worden en ingekomen stukken welke ter verdere behandeling in handen van het college van burgemeester en wethouders kunnen worden gesteld. De voorzitter stelt dat de heer Groeneveld volkomen gelijk heeft. Hij heeft bij een en ander niet stilgestaan. Hij verontschuldigt zich voor een en ander.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1992 | | pagina 154